Skip to main content

De voedingsmiddelen die hart- en vaatziekten veroorzaken (en het zijn niet de verzadigde veten)


Hart- en vaatziekten ontstaat voornamelijk door slechte voeding, maar niet door verzadigde vetten zoals de cholesteroltheorie doet voorkomen, maar door voedingsproducten waar door de industrie tarwebloem in is verwerkt. Denk hierbij aan brood, ontbijtgranen, gebak, pasta’s en pizza.

Gezondere voeding met meer groenten, fruit, noten en zaden zou bijna de helft van alle sterfgevallen aan hart- en vaatziekten kunnen voorkomen. Dit zouden alleen al in heel Europa 2,1 miljoen sterfgevallen minder zijn en meer dan 300.000 in de VS, elk jaar.

Slechte voeding is veel dodelijker dan roken, stress en (te) weinig lichaamsbeweging, zeggen onderzoekers van de Martin Luther-universiteit in Duitsland.

Ze onderzochten gegevens over eetgewoonten en het aantal hart- en vaatziekten in 51 landen in Europa over een periode van 26 jaar, maar konden geen verband vinden met verzadigde vetten uit zuivel en vlees. In plaats daarvan ontdekten ze dat de ziekte werd veroorzaakt door een combinatie van te weinig gezond voedsel en te veel industrieel verwerkte voeding en drank.

Meer specifiek, sterfgevallen als gevolg van hart- en vaatziekten zijn gelinkt aan voeding met weinig vezels, maar veel verwerkt vlees, gezoete dranken en trans-vetzuren. Voeding die juist wel vezels bevatten zijn fruit en groenten, peulvruchten (zoals kikkererwten en linzen), noten en zaden, omega-3 vetzuren uit vis en volle granen.

De samenstelling van een gemiddeld dieet varieerde tussen de 51 landen; een tekort aan noten en zaden was de hoofdoorzaak van hartziekten in Zweden en Noorwegen, terwijl dat in Midden-Europese landen aan te weinig volle granen lag.

Een slecht dieet beïnvloedt mannen en vrouwen anders. Jongere mannen hebben meer kans op hart- en vaatziekten door een slecht voedingspatroon, terwijl vrouwen pas na hun vijftigste vatbaarder zijn.

BRON: European Journal of Epidemiology, 2019; 34: 37-55)

Power Foods voor de hersenen

Eten voor de gezondheid van de hersenen klinkt misschien als een vreemd concept, maar de wetenschap heeft aangetoond dat je dieet een grote rol kan spelen, niet alleen in de gezondheid, maar ook in de hersenfunctie en de preventie van algemene cognitiestoornissen. Het eten van krachtige voedingsmiddelen voor de hersenen kan u helpen de cognitieve functie te verbeteren, inclusief geheugen, besluitvormingsvermogen, mentale responstijd en gemoedstoestand. Hersenkrachtvoedingsmiddelen bevatten antioxidanten en andere voedingsstoffen die de hersenen beschermen. Ze bieden ook essentiële vetzuren die hersencellen stimuleren en versterken. Probeer enkele van deze gezonde hersenproducten in uw dieet op te nemen en een verbetering van uw mentale focus te zien terwijl u de gezondheid van uw hersenen beschermt.

Zalm en tonijn
Vette vis zoals zalm en tonijn bevatten gezonde vetten die de hersenen voeden. De natuurlijke oliën van deze vissen zitten vol met Omega-3 vetzuren zoals DHA, die essentieel zijn voor de gezondheid van de hersenen . Het is aangetoond dat het eten van zalm, tonijn en andere vette vis de celgroei van de hersenen stimuleert. Het heeft ook links naar een beter humeur en minder stress, wat kan bijdragen aan het verbeteren van de cognitieve vaardigheden. Bovendien kunnen de Omega-3-vetzuren in zalm en tonijn het risico op cognitieve en geheugenstoornissen zoals dementie en de ziekte van Alzheimer verminderen.

Olijfolie
Olijfolie heeft veel voordelen voor de gezondheid, waardoor het een populaire keuze is in verschillende diëten en voedingsplannen . Het is ook een belangrijk energievoedsel voor de hersenen. De olie is een uitstekende bron van polyfenolen waarvan is aangetoond dat ze de hersenen beschermen. Het heeft ook veel antioxidanten die de hersenfunctie verbeteren en het risico op hersenaandoeningen verminderen. De olie is ook in verband gebracht het risico op depressie en dementie te verminderen. Het heeft ook ontstekingsremmende eigenschappen die de genezing kunnen versnellen en de algehele gezondheid kunnen verbeteren.

Soja
Dit is net als zalm en tonijn een uitstekende bron van omega-3 vetzuren en magere eiwitten, die beide helpen de hersenfunctie te ondersteunen en de gezondheid van de hersenen te verbeteren. Soja is ook rijk aan ijzer, een essentiële voedingsstof die belangrijk is voor de algehele gezondheid en de hersenfunctie. IJzergebrek kan van invloed zijn op het geheugen, de aandachtsspanne en het leervermogen. Een dieet met veel producten zoals edamame, tofu en eiwit op basis van soja kan hersencellen helpen ondersteunen, het geheugen verbeteren, de cognitieve functie verbeteren en helpen bij het leren.

Amandelen en walnoten
Deze noten zijn ook een uitstekende aanvulling op snacks of maaltijden die de hersengezondheid kunnen verbeteren en hersencellen kunnen beschermen. Deze gezonde noten zitten vol met de omega-3 vetzuren die je hersenen nodig hebben, samen met mager eiwit om hersencellen te versterken en de cognitieve functie te verbeteren. Amandelen en walnoten zijn ook geweldige bronnen van antioxidant vitamine E, waarvan is aangetoond dat het een krachtige hersenbeschermer is die is gekoppeld aan het verminderen van dementie en het risico van Alzheimer. Studies toonden een verlaagd risico tot 70% voor sommige groepen die een hoog vitamine E-dieet gebruikten.

Eieren
Een echte krachtpatser als het gaat om de gezondheid van de hersenen. Ze zitten boordevol voedingsstoffen die de hersenen op verschillende manieren helpen. Eieren bevatten choline, een belangrijke stof die helpt bij de chemische samenstelling van de neurotransmitters van de hersenen en kan helpen de hersenfunctie te verbeteren. Ze bevatten ook cholesterol, dat helpt hersencellen te vormen en de hersencellen en structuren kan versterken. Bovendien bevatten eieren verschillende antioxidanten, bevatten eiwitten en bevatten gezonde vetten, die allemaal bijdragen aan de bescherming van de hersenen.

Kokosolie
Een voedingsstof dat veel erkenning heeft gekregen voor gezond zijn . De voordelen voor de hersenen zijn ook bekend. Kokosolie is verbonden met verbeteringen in de hersenfunctie omdat de vetten erin ketonstoffen vormen die de hersenen kunnen gebruiken voor energie. Het vermindert ook vrije radicalen die hersencellen kunnen beschadigen en de cognitie beïnvloeden. Daarnaast is kokosolie een uitstekende bron van verzadigd vet, waarvan is aangetoond dat het de hersenfunctie helpt te verbeteren en de hersenen beschermt, waardoor het risico op neurologische aandoeningen wordt verminderd.

Bladgroente
Bladgroenten zoals spinazie en boerenkool zijn ook krachtige hersenversterkers. Bevat vol antioxidanten en voedingsstoffen, bladgroenten helpen de hersenen te beschermen en de functie ervan te verbeteren. Vitamine A, C en K helpen om vrije radicalen te verminderen, het hersenvermogen te vergroten en de gezondheid van de cellen te verbeteren. Folium en luteïne en in overvloed aanwezig in deze groenten, waardoor de hersenen worden versterkt. Hoge gehalten aan kalium en ijzer verbeteren ook de hersenfunctie en verhogen de oxygenatie, beschermen de hersenen en maken het efficiënter.

Bosbessen
Krachtig met hersen-beschermende antioxidanten . Bosbessen helpen ook om ontstekingen te verminderen, een hoeksteen van vrijwel alle degeneratieve aandoeningen van de hersenen.

Kurkuma
Werkt door delen van ons DNA aan te zetten die ontstekingen helpen verminderen.

Paardebloembladen
Rijk aan prebiotische vezels, het specifieke type vezels dat de groei van hersenondersteunende darmbacteriën bevordert.

Beweging/oefening
Aërobe oefening zet de genen aan die BDNF (een groei- en beschermend hormoon) maken dat zich richt op hersencellen .

Asperges
Rijk aan prebiotische vezels ter ondersteuning van hersen-gezonde darmbacteriën . Asperges bevatten veel ontstekingsremmende voedingsstoffen en folaat.

Jicama
Een van de beste bronnen van prebiotische vezels. Jicama, ook bekend als Mexicaanse yam, bevat veel vitamine B6, folaat en vitamine E.

Kale
Een geweldige koolhydraatarme groente die rijk is aan vitamine C, K en A, maar ook aan kalium en ijzer.

Brocolli
Hoog in sulfurofaan, een chemische stof die helpt bij ontgifting, vermindering van ontsteking en beheersing van schadelijke vrije radicalen.

Avocado
Hoog in enkelvoudig onverzadigde vetten ter bescherming van hersencellen . Van avocado-olie is aangetoond dat het helpt bij het handhaven van een gezond bloeddrukniveau.

Rode wijn
Rijk aan polyfenolen die de hersenbloedstroming daadwerkelijk kunnen stimuleren.

Pure chocola
Rijk aan polyfenolen die de hersenbloedstroming daadwerkelijk kunnen stimuleren.

Spinazie
Rijk aan hersen-beschermende antioxidanten samen met vitamine K, foliumzuur en luteïne.

Pompoenpitten
Een rijke bron van zink, een mineraal dat een belangrijke rol speelt in het geheugen en de algehele hersenfunctie.

Kimchi
Een traditioneel Koreaans gefermenteerd gerecht dat is geladen met gezonde probiotische bacteriën, die de gezondheid van de hersenen bevorderen .

Dergelijke voedingsmiddelen zijn hersenvoedingsvoedsel omdat ze voedingsstoffen bevatten die de hersenen versterken, de functie ervan verbeteren en deze beschermen tegen beschadiging en ziekte. Een dieet met veel antioxidanten, omega-3 vetzuren, gezonde vetten, ijzer en andere voedingsstoffen kunnen je hersenen extra opvoeren en helpen bij het voorkomen van dementie, de ziekte van Alzheimer en andere hersenaandoeningen. Houd je hersenen jong door deze hersenkrachtvoedingen mee te nemen de volgende keer dat je boodschappen gaat doen of voedsel verzamelt.

Suikerindustrie hield gegevens achter over tandbederf

Ons is vaak verteld wat de grote bedrijven en de gevestigde orde wilden dat wij hoorden. Een volgende schandaal is aan het licht gekomen met de ontdekking van papieren die onthullen dat de suikerindustrie nauw samenwerkte met de ‘hoeders’ van onze gezondheid om ervoor te zorgen dat hun producten niet in verband werden gebracht met een programma tegen tandbederf – ook al zijn ze de belangrijkste oorzaak van caries.

Een suikerindustrie brancheorganisatie, die 30 internationale fabrikanten van suiker vertegenwoordigt, wist vanaf de jaren `50 dat suiker de belangrijkste oorzaak van tandbederf is en zette zich onmiddellijk in de schuld op andere oneigenlijke factoren af te schuiven. Het vond al snel een gewillige bondgenoot in Amerika’s National Institutes of Health, wat verondersteld wordt de volksgezondheid te bewaken. In 1969 werd geconcludeerd, dat een vermindering van het gebruik van suiker geen praktische gezondheid maatregel zou zijn.

Dus, twee organisaties die volledig op de hoogte waren dat suiker de belangrijkste oorzaak is van tandbederf (cariës) stellen een alternatief programma op – en de suikerindustrie loodste het grootste deel van haar onderzoekgegevens naar de Nationale cariës Program en houdt suiker zelf buiten schot.

Er werd geld gepompt in onderzoek samen met de voedingsindustrie om enzymen op te sporen, die tandplak kunnen afbreken en financierden zelfs een vaccin tegen tandbederf.

Vertegenwoordigers van de suikerindustrie domineerden de National Institute of Dental Research, die de agenda van de National Institutes of Health initiatief bepaalde.

” Deze tactiek is opvallend vergelijkbaar met wat we zagen in de tabaksindustrie in hetzelfde tijdperk,” zei Stanton Glantz, een van de onderzoekers van de Universiteit van Californië in San Francisco (UCSF), die de papieren ontdekte, die waren nagelaten aan de Universiteit van Illinois door wijlen Roger Adams, een professor in de organische chemie die aan de Sugar Research Foundation werkte.

Tandbederf is nog steeds de belangrijkste chronische ziekte onder kinderen, en de helft van de Amerikaanse kinderen heeft cariës. Suiker is ook gelinked aan hart- en vaatziekten, diabetes en leverziekten.

(Bron: PLOS Med, 2015; 12 (3): e1001798)

Studie bevestigt : vetten leiden niet tot hart-en vaatziekten

Zoals WDDTY* al jaren verkondigt, hebben we allemaal het verkeerde gezondheidsadvies gekregen over het eten van boter en andere vetten: ze verhogen het cholesterolgehalte of het risico op hart-en vaatziekten niet. Nieuw onderzoek toont aan, dat de aanleiding tot dit beleid op bijna geen enkel bewijs gebaseerd was, maar dit leidde wel tot de vet-arm industrie waar miljarden werden verdiend.

Gezondheidsdiensten hebben ons al meer dan 30 jaar verteld minder vet te eten en te kiezen voor vet-arme alternatieven, maar er is nooit enig bewijs geweest dat vetten iets te maken hebben met een verhoogd cholesterolgehalte, zeggen onderzoekers van de University of the West of Scotland.

De onderzoekers bekeken het bewijsmateriaal dat op het moment dat de vet-arm campagne werd gelanceerd beschikbaar was, in de VS in 1977 en in 1983 in het Verenigd Koninkrijk. Ze ontdekten zes onderzoeken over zeven verschillende voedingsinterventies lopend over een periode van gemiddelde vijf jaar en waar 2467 mannen en geen enkele vrouw waren onderzocht.

De studies, alle gepubliceerd vóór 1983, onderzochten de relatie tussen vet in de voeding, cholesterol in het bloed en de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. Er waren 740 sterfgevallen tijdens de looptijd van de studies, 423 van deze werden veroorzaakt door een hartaandoening, maar beperking van vet in de voeding zorgde niet voor lagere sterftecijfers door welke oorzaak dan ook of zelfs alleen door hart- en vaatziekten, terwijl wel het cholesterolgehalte verlaagd was.

“Het is onbegrijpelijk dat het vet-arme voedingsadvies voor miljoenen burgers werd ingevoerd, op basis van de tegenstrijdige resultaten van een klein aantal ongezonde mannen,” aldus hoofdonderzoeker Zoe Harcombe.”Het voedingsadvies moet niet herzien worden, het had nooit ingevoerd mogen worden “.

Bron: BMJ Open Hart, 2015; doi: 10,1136 / openhrt-2014-000.229
*What Docters Don’t Tell You

Is voeding de oorzaak van ziekten ?

Recent kwam het verhaal van de Amerikaanse hoogleraar interne geneeskunde Terry Walsh in het nieuws. Zij heeft zelf een zeer grogressieve vorm van MS. Ondanks de best denkbare behandelingen takelde zij snel af. Ten einde raad besloot zij alle voedingsmiddelen die de zgn poortjes in de darm abnormaal lang openzetten (hoofdzakelijk granen en zuivel) weg te laten en over te schakelen op een strikt oerdieet. In een jaar tijd transformeerde zij hiermee van rolstoel-afhankelijk naar volledig functioneel.
Suiker, suikers en koolhydraten blijken de veroorzakers van overgewicht, vetzucht (adipositas) en uiteindelijk ook van diabetes type 2.
Diabetes type 2, de ‘lifestyle’ suikerziekte, wordt veroorzaakt door een slecht dieet, gebrek aan beweging/oefening en overgewicht, maar recent werd daar stress op het werk aan toegevoegd.
Al in 2010 liet dr. Li zien, dat meer dan 70 belangrijke ziekten, die meer dan een miljard mensen in hun greep houden, worden veroorzaakt door een verstoorde angiogenese. En Angiogenese is het belangrijkste kenmerk van elke soort kanker.
Het lijkt toch steeds duidelijker te worden, dat wij ons zelf ziek maken met onze voeding ? Welke ‘vreemde rol’ spelen Volksgezondheid, artsen, apothekers en zorgverzekeraars als ze ons maar vol willen blijven proppen met pillen en drankjes ?

BRON: WDDTY

Kanker zit in de genen ?

De moderne geneeskunde viert feest na de laatste claims, dat zij bij ongeveer 50% van de kankerpatienten hun leven met nog ongeveer 10 jaar kunnen rekken. Feit blijft, dat het aantal kankerpatienten sinds midden 70-er jaren met tientallen procenten is gestegen (mannen ca 20%, vrouwen ca 40%), Bovendien is inmiddels 1 op de 4 doden kankerpatient geweest, terwijl er een paar honderd mensen per jaar overlijden door kanker. Klinkt niet echt naar een feestje, toch ?

Dr. Patrick Kingsley gaat er juist niet vanuit, dat kanker in de genen zit. Hij behandelde duizenden mensen uit heel de wereld met allerlei soorten kanker en de meesten leven nu nog. De taxichauffeur van Osgathorpe (Leicestershire) noemde hem de ‘miracle worker’.De ‘wonderdokter’is inmiddels met pensioen, maar alle behandeldossiers zijn er nog. Tot dusver niets bijzonders.

Wat dr. Kingsley’s behandeling onderscheid van de gangbare aanpak is, dat hij er niet vanuit gaat dat kanker in de genen zit. De oorzaak is bijna altijd een van de zes verborgen oorzaken, varierend van een verstoord voedingspatroon, hormonale dysbalans tot ontsteking. Met eenvoudige tests en behandelingen, die door de meeste artsen worden genegeerd, kunt u zichzelf onder handen nemen.

Het enige vreemde is, dat geen enkele medicus ook maar interesse heeft in deze unieke aanpak van kanker.

BRON: WDDTY

Is voeding de redding voor MS ?

Ruim 17000 Nederlanders hebben MS, een neurologische aandoening waarvan niet veel meer bekend is dan dat er myeline om meerdere (Multiple) zenuwuitlopers verdwijnt en littekenweefsel (Sclerose) ontstaat. De informatieoverdracht via de getroffen zenuwen valt uit. Aangezien het hele lichaam door zenuwinformatie wordt aangestuurd kan vrijwel het hele spectrum aan neurlogische symptomen optreden. Verwarring met andere neurologische ziekten ligt hier op de loer.

Erfelijkheid

MS valt onder de zgn. chromosoom-16-ziektes. Sleutelgenen voor MS zitten net als onder meer die voor coeliakie, diabetes type 1, schizofrenie, lupus, reuma en borst- en longkanker op het chromosoom dat ook de barrierefunktie van de darm regelt. Bij al deze ziektes maakt het lichaam in reactie op bepaalde voedingsmiddelen te veel zonuline aan, een eiwit dat de nog niet zo lang geleden ondekte portjes tussen de darmcellen en tussen de cellen in de bloedbreinbarriere openzet.

Onderzoekers, die zichzelf deskundigen noemen, zeggen dat MS voorlopig een ongeneeslijke ziekte blijft. Er wordt ingezet op medicijnen, die (hopelijk) slechts de symptomen onderdrukken. Over de bijwerkingen en dus kwaliteit van leven is nog niets bekend.

Voeding

Een groeiende groep wetenschappers richt zich echter op voeding. De bekendste van deze pioniers is de Amerikaanse hoogleraar interne geneeskunde Terry Walsh. Zij heeft zelf een zeer grogressieve vorm van MS. Ondanks de best denkbare behandelingen takelde zij snel af. Ten einde raad besloot zij alle voedingsmiddelen die de zgn poortjes in de darm abnormaal lang openzetten (hoofdzakelijk granen en zuivel) weg te laten en over te schakelen op een strikt oerdieet. In een jaar tijd transformeerde zij hiermee van rolstoel-afhankelijk naar volledig funktioneel.

Onderzoek

Met behulp van crowdfunding heeft zij inmiddels enkele onderzoeken met grotere groepen patienten opgezet en de eerste resultaten overtreffen de stoutste verwachtingen. Het “Walsh Protocol” werkt en is volkomen risicoloos. De gevestigde behandelaars en patientenorganisaties onderschrijven dit protocol niet.

BRON: Terry Walsh, Margriet 34

Van MS-patient in een rolstoel naar 20km fietsen

Dat een gevarieerd voedingspatroon met veel vitamines, mineralen en essentiële vetzuren goed is voor je lichamelijke gezondheid wisten we natuurlijk allemaal al. Maar dat je er ook mentaal sterker en gelukkiger van wordt is voor veel wetenschappers nog vrij onbekend terrein. Steeds meer Westers geschoolde medici beginnen echter in te zien dat een gezond en gevarieerd voedingspatroon een aantoonbaar positieve invloed heeft op de mentale gezondheid en zelfs kan helpen om van ziektes te genezen.

Positieve effecten van superfoods

Superfoods zijn de laatste tijd steeds meer in het nieuws, en ook in de Margriet stond pas geleden een artikel over de positieve effecten van een gezond voedingspatroon en superfoods. In dit populaire vrouwenweekblad werd verteld hoe de Britse fysioloog Bernard Gesh experimenten deed met gevangenen met gedragsproblemen en ontdekte dat voeding die rijk is aan goede voedingsstoffen antisociaal gedrag drastisch helpt verminderen. Gesh concludeerde dat een voedingrijk eetpatroon mensen binnen enkele dagen gelukkiger, stressbestendiger en mentaal stabieler kan maken. Ook de Amerikaanse hoogleraar interne geneeskunde Terry Wahls werd aangehaald. Zij meent dat bij een gezond en gevarieerd voedingspatroon de mitochondriën, die zij de ‘energiefabriekjes van onze cellen’ noemt, optimaal functioneren, en dat goede voeding zelfs ziektes kan omkeren. Wahls merkte daarbij op dat dit absoluut geen uitspraak is van een kwakzalver, want als hoogleraar in de ‘reguliere’ geneeskunde gelooft zij zeker niet in wonderen. Wat goede voeding met je lichaam doet heeft Wahls bovendien zelf aan den lijve ondervonden. Zij leed aan progressieve MS, zat in een elektrische rolstoel en medicijnen hielpen niet meer. Toen ze na een uitgebreide literatuurstudie besloot om over te stappen op een zeer voedingrijk eetpatroon stopte haar ziekteproces en kon ze geleidelijk weer met krukken lopen… Maar daar bleef het niet bij, want na een jaar kon ze zelfs weer 20 kilometer fietsen!

Wetenschappelijk onderzoek

Om te bewijzen dat haar genezing geen toevalstreffer was doet Terry Wahls nu wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van gezonde voeding, en de eerste resultaten daarvan zijn volgens haar eigen zeggen erg veelbelovend. Uiteindelijk zal het onderzoek verschijnen in een boek dat ze momenteel aan het schrijven is. De werktitel van het boek is “Defeating Progressive MS without Drugs” en zal waarschijnlijk in 2014 in de boekhandel liggen. In ieder geval mag wel duidelijk zijn dat wat we eten wel degelijk invloed heeft op hoe we ons voelen, hoe goed onze hersenen functioneren en hoe goed we kunnen herstellen van ziektes, zelfs van zeer ernstige en progressieve ziektes zoals MS. Je hoeft dus niet te wachten met het eten van gezonde voeding en superfoods tot het boek van Wahls verschenen is, daar kun je nu al mee beginnen!

Bron: Margriet (week 43 – 2012)

Heimwee naar Quinoa

‘Gezond eten zonder brood, kan dat? Wat denk jij?’ Dat vraagt het Voedingscentrum op zijn site.[1] Het klinkt alsof onze voorlichters het zelf niet meer weten, maar uiteindelijk bevelen ze toch zes boterhammen per dag aan.[2]
Internetforums en voedingsgoeroes zijn het daar gloeiend mee oneens. Brood zou vetzucht, hart- en vaatziekten, diabetes, vermoeidheid en vroege veroudering veroorzaken.[3] De officiële wetenschap wordt gewantrouwd. Hoe komt dat?
Daarvoor moeten we veertig jaar terug. Destijds leek minder vet eten dé remedie tegen welvaartsziekten.[4] De bewijzen waren nog niet hard maar voedingskundigen werden zo meegesleept door hun nieuwe inzichten dat ze niet konden wachten. Je mocht mensen deze nieuwe kennis over de oorzaak van kanker niet onthouden.[5] Minder vet eten zou ook helpen tegen vetzucht; dat die werd veroorzaakt door vet leek vanzelfsprekend.

De calorieën in ons eten komen uit vet, koolhydraten en een beetje eiwit, dus minder vet eten betekende meer koolhydraten; van aardappelen zonder jus eet je meer dan van aardappelen met jus. Maar koolhydraten maakten niet dik, zeiden de wetenschappers.[6] Koolhydraten is de verzamelnaam voor zetmeel en suikers. Zetmeel zit in aardappels, brood, pasta en rijst en suiker zit in fruit. Beide worden in de darm omgezet in glucose, de brandstof van het lichaam. Frisdrank, taart en chocola bevatten ook veel suiker maar dergelijk verwen-eten werd niet aanbevolen. We moesten knollen, bonen, volle granen en vruchten eten, net als primitieve volkeren. Dat idee werd ondersteund door de vezelhype van die jaren. Vezel werd gepropageerd door twee artsen, Burkitt en Trowell, die jaren in Oeganda hadden gewerkt.[7] Zij betoogden dat arme Afrikanen dankzij hun vezelrijke voeding geen hartinfarcten, darmkanker en diabetes kregen. Het was een klassieke voedingshype: meeslepende dokters die de oplossing voor alles weten en nobele wilden die nooit ziek worden. Niemand kon ertegen op. Zo ontstond de ‘grand unification’ van de voedingswetenschap: minder vet en meer koolhydraten als antwoord op alle kwalen.

Rijke westerlingen zouden inderdaad zijn afgevallen van knollen, bonen en volkorengranen, maar rijke mensen willen geen bonen, ze willen lekker eten. De levensmiddelenindustrie nam graag de uitdaging aan om voedsel te produceren dat laag in vet was en toch lekker. Zo kregen we halvarine en chips en koekjes met minder vet maar meer zetmeel of suiker — en evenveel calorieën. Ik stond erbij en keek ernaar. Pas jaren later vond ik de moed om te roepen dat de keizer geen kleren aanhad.[8] Ook bij anderen groeide de twijfel aan het laag-vet evangelie. Grondig onderzoek liet weinig heel van het effect van vet op kanker.[9] Koolhydraten tegen hartinfarcten bleek ook geen goed idee.[10] De doodklap voor laag vet was de Amerikaanse obesitasepidemie. Amerikanen waren massaal aan de laag-vet chips en koekjes gegaan maar in diezelfde tijd waren ze massaal dik geworden.

Een reactie kon niet uitblijven.[11] Tegenstanders van de laag-vet boodschap hebben intussen het effect van koolhydraten op overgewicht 180 graden omgedraaid: koolhydraten zijn dikmakers en vet niet. Tarwe, de grondstof voor brood en pasta, is ook verdacht; mensen wijken uit naar exotische granen zoals quinoa en spelt. Suiker is helemaal de personificatie van het kwaad, het zou overgewicht veroorzaken, kanker, diabetes, leververvetting, futloosheid en rimpels.[12]

Serieuze wetenschappelijke onderbouwing daarvoor ontbreekt. Sommige mensen kunnen slecht tegen tarwe, maar dat geldt voor elk voedingsmiddel.[13] Het gluten-eiwit uit brood veroorzaakt bij minder dan 1% van de bevolking darmspruw. Koolhydraten zijn schadelijk voor diabetici, maar 95% van de bevolking heeft geen diabetes en kan koolhydraten probleemloos verwerken. Daarmee heb je de schadelijke effecten van brood wel gehad.

Ook de schadelijkheid van suiker wordt overtrokken. Suiker maakt niet dik op zich, we worden dik van lekker, goedkoop, gemakkelijk eten. Veel van dat eten bevat suiker, want suiker is lekker, maar sinaasappels bevatten ook suiker en die maken niet dik. Het gaat niet om suiker maar om het gemak waarmee we eten naar binnen werken.

Ironisch genoeg berust de afkeer van tarwebrood en het succes van spelt, quinoa en incabessen op dezelfde emoties als de vezelhype die veertig jaar geleden brood tot gezondheidsvoedsel promoveerde. Het is de heimwee naar een verloren paradijs, naar de oermens die op mammoeten joeg ver voordat de uitvinding van het brood de moderne voedselproductie inluidde. In dat verlangen naar een zuivere oertijd zit een kern van waarheid. Commercieel voedsel is gecomponeerd om onze eetlust aan te wakkeren en leidt daardoor tot vetzucht en bijbehorende ziekten. Laat die pakjes en zakjes dus staan. Maar spelt is vrijwel hetzelfde als tarwe en incabessen zijn bedrog.[14] Vertrouw liever op het Voedingscentrum en zijn adviezen. Die zijn saai maar ze kloppen wel.

[1] //www.voedingscentrum.nl

[2] www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/brood.aspx

[3] Davis, William. 2013. Broodbuik – Minder met tarwe en gluten, verlies overgewicht en word gezonder. Kosmos.

Verburgh, Kris. 2013. De Voedselzandloper – Over afvallen en langer jong blijven. Prometheus Bert Bakker.

[4] Dietary goals for the United States / prepared by the staff of the Select Committee on Nutrition and Human Needs, United States Senate. Washington : U.S. Govt. Print. Off., 1977. (Het “McGovern Report”) //babel.hathitrust.org/cgi/pt?id=uiug.30112023368936

Woodruff CW. 1979. “Dietary Goals for the United States.” American Journal of Diseases of Children 133 (4): 371–72. doi:10.1001/archpedi.1979.02130040025004. (Een samenvatting van het invloedrijke “McGovern Report” van 1977)

Advies Richtlijnen Goede Voeding. Advies opgesteld door de Commissie Richtlijnen Goede Voeding, Voedingsraad, april 1986. Zie ook //www.ntvg.nl/artikelen/richtlijnen-goede-voeding-een-mijlpaal-voor-consument-arts-en-industrie/artikelinfo

[5] Armstrong, B., and R. Doll. 1975. “Environmental Factors and Cancer Incidence and Mortality in Different Countries, with Special Reference to Dietary Practices.”International Journal of Cancer 15 (4): 617–31.

Carroll, Kenneth K. 1975. “Experimental Evidence of Dietary Factors and Hormone-Dependent Cancers.” Cancer Research 35 (11 Part 2): 3374–83.

[6] Flatt JP. The Difference in the Storage Capacities for Carbohydrate and for Fat, and Its Implications in the Regulation of Body Weight. Annals of the New York Academy of Sciences. 1987;499(1):104–23.

[7] McCarrison Society for Nutrition and Health. Dr Hugh Trowell. A biography by Dr Denis Burkitt. www.mccarrisonsociety.org.uk/founders-of-nutrition-othermenu-149/trowell-othermenu-145?showall=&limitstart=

[8] Katan MB, Willett WC, Grundy SM. Should a low-fat, high-carbohydrate diet be recommended for everyone? Beyond low fat diets. N Engl J Med. 1997;337:563–6.

[9] Willett, Walter C., Meir J. Stampfer, Graham A. Colditz, Bernard A. Rosner, Charles H. Hennekens, and Frank E. Speizer. 1987. “Dietary Fat and the Risk of Breast Cancer.” New England Journal of Medicine 316 (1): 22–28. doi:10.1056/NEJM198701013160105

[10] Katan MB, Willett WC, Grundy SM. Should a low-fat, high-carbohydrate diet be recommended for everyone? Beyond low fat diets. N Engl J Med. 1997;337:563–6.

[11] Taubes, Gary. 2002. “What If It’s All Been a Big Fat Lie?” The New York Times, July 7, sec. Magazine. //www.nytimes.com/2002/07/07/magazine/what-if-it-s-all-been-a-big-fat-lie.html

[12] Verburgh K. De Voedselzandloper, p 63-67.
Lustig, Robert H., Laura A. Schmidt, and Claire D. Brindis. 2012. “Public Health: The Toxic Truth about Sugar.” Nature 482 (7383): 27–29. doi:10.1038/482027a.

[13] IgE-gemedieerde allergie voor tarwe komt voor bij 0.2% tot 0.4% van de bevolking (Zuidmeer, L. et al. 2008. “The Prevalence of Plant Food Allergies: A Systematic Review.” Journal of Allergy and Clinical Immunology 121 (5): 1210–1218.e4. doi:10.1016/j.jaci.2008.02.019.

Coeliakie (darmspruw), een darmziekte veroorzaakt door gluten, is geen klassieke allergie maar wel een autoimmuunziekte. Het komt in verschillende mate van ernst voor bij ca 1% van de bevolking (Rewers, Marian. 2005. “Epidemiology of Celiac Disease: What Are the Prevalence, Incidence, and Progression of Celiac Disease?” Gastroenterology 128 (4, Supplement 1): S47–S51. doi:10.1053/j.gastro.2005.02.030.)

Er zijn aanwijzingen dat gluten nog andere darmziekten kan veroorzaken dan coeliakie maar daarover is nog veel onduidelijk; zie:
Nijeboer, P., Bontkes, H.J., Mulder, C.J.J., Bouma, G., 2013. Non-celiac gluten sensitivity. Is it in the gluten or the grain? J Gastrointestin Liver Dis 22, 435–440. //www.jgld.ro/2013/4/12.html
Lundin, Knut E. A. 2014. “Non-Celiac Gluten Sensitivity – Why Worry?” BMC Medicine 12 (1): 86. doi:10.1186/1741-7015-12-86.

[14] Consumentenbond. “Superfoods of superonzin?” Gezondgids juni 2014, pp. 16-19. //www.consumentenbond.nl/gidsen-content/gezondgids/4693290/ng201406p16_Test_superfoods.pdf

BRON: NRC

Niet vet, maar suiker maakt dik

Niet vet maar suiker maakt dik, dat inzicht kwam uit een twee jaar durende studie. Lees verder om te ontdekken hoe dat zit en hoe je suiker vaker kunt vermijden.

Het onderzoek werd uitgevoerd door de Swedish Council on Health Technology Assessment. In twee jaar tijd beoordeelden ze 16.000 studies, gepubliceerd tot en met mei 2013.

Doorbraak
De resultaten leidden tot een belangrijke doorbraak: Zweden is het eerste land in Europa dat de nationale voedingsrichtlijnen heeft aangepast van vetarm naar koolhydraatarm. Een vetarm dieet zou gewichtstoename zelfs in de hand werken.

Waarom werkt het?
Koolhydraatarm eten is al bekend voor mensen die het Atkins dieet volgen of hebben gevolgd. Atkins’ diëtiste Erica Slof legt uit waarom een koolhydraatarm dieet werkt.

‘De afgelopen jaren sporen steeds meer diëten ons aan om minder vet te eten. Er zijn allerlei lightproducten op de markt verschenen, maar nog nooit zijn zoveel mensen te dik geweest. Dat komt doordat we suikerrijke producten in plaats van vetrijke producten zijn gaan eten en drinken. Het nadeel van suiker en andere koolhydraten is dat er insuline nodig is om het te verwerken. Hoe meer insuline, hoe meer vet het lichaam aanmaakt. Het eten van koolhydraten leidt tot vetopslag. Andersom geldt dat ook: het eten van minder koolhydraten leidt tot minder vetopslag. Door suikers te vermijden en juist te kiezen voor goede vetten als energiebron wordt overgewicht voorkomen.’

BRON:Santé