Inleiding
Perifere vaatklachten in de slagaders komt voor bij 19,1% van de bevolking. Het voorkomen van claudicatio intermittens is veel minder, nl. 1,6 – 2,0% van de algemene bevolking. Het vóórkomen stijgt met de leeftijd. Boven de 75 jaar komen er per jaar 10,6 patienten per 1000 75-plussers bij. Tussen de 25 en 44 jaar is dit slechts 0,4 patienten per 1000 mensen.

Wat is claudicatio intermittens?
Claudicatio intermittens wordt ook wel etalagebenen genoemd. Tijdens het lopen ontstaat pijn, kramp of een doof of moe gevoel in uw been. De klachten kunnen in de voet, de kuit, het dijbeen of de bil optreden. Als u even stilstaat verdwijnen de klachten; veelal gaat iemand even in de etalage kijken, vandaar de naam etalagebenen. Loopt u weer verder, dan beginnen de klachten na eenzelfde loopafstand opnieuw.

Hoe ontstaan de klachten?
Tijdens het lopen hebben de spieren extra zuurstof nodig. Zuurstof zit in het bloed en wordt door de bloedvaten aangevoerd. Bij claudicatio intermittens zijn de bloedvaten van het been vernauwd. Als u dan gaat lopen, stroomt er te weinig bloed door het been. De spieren krijgen te weinig zuurstof en daardoor krijgt u de klachten.

Door stil te staan komen de spieren wat tot rust. De bloedstroom krijgt dan de kans het zuurstoftekort wat aan te vullen. Daardoor verdwijnen de klachten. Als u sneller loopt of een helling oploopt, kost dat meer inspanning. U krijgt dan sneller klachten. Ook als het koud is, trekken de bloedvaten door de kou samen en krijgt u eerder klachten.

De levensverwachting van patienten met etalagebenen is gemiddeld 10 jaar korter dan die van gezonde personen. De kans op overlijden is ongeveer 2 á 3 keer zo groot. Op den duur ervaart 75% van de patienten met claudicatio intermittens stabilisatie of verbetering van de klacht. Bij 25% ontstaat echter binnen 5 jaar een ernstiger beeld. Uiteindelijk ondergaat 2 tot 5% van de claudicatio intermittens-patienten een amputatie.

Welke risicofactoren beinvloeden het ontstaan en verergeren van Claudicatio ?

Niet beïnvloedbare risicofactoren zijn: leeftijd, geslacht, en aangeboren aanleg (Hart- en vaatziekten in de familie)
Wel beïnvloedbare risicofactoren zijn: roken, lichamelijke inactiviteit, overgewicht, suikerziekte (diabetes mellitus), hoge bloeddruk (hypertensie), hoog cholesterol, overgewicht (BMI groter dan 25 of 30), Atherosclerose (slagaderverkalking) en andere afwijkingen.

Niet aan alle risicofactoren valt natuurlijk iets te doen. Zo kun je de aanleg in de familie niet veranderen.

Uit onderzoek blijkt, dat looptraining onder supervisie van een fysiotherapeut veruit de beste behandeling is. Begin dus vandaag nog met looptraining onder begeleiding (gesuperviseerde looptherapie)

Aanmelding
U kunt zich rechtstreeks bij ons aanmelden. Dit kan ook via een verwijzing van de huisarts/praktijkondersteuner of (vaat)specialist.

Vergoeding
Als u een aanvullende verzekering heeft kan u in aanmerking komen voor vergoeding door de zorgverzekeraar.