De Rechtbank Den Haag heeft eind maart 2023 geoordeeld dat een zorgverzekeraar ‘reële tarieven’ moet bieden aan een zorgaanbieder. De rechter verplicht de zorgverzekeraar een hoger indexatiepercentage te hanteren dan wat is aangeboden.

Indien Zilveren Kruis geen reëel tarief zou bieden voor de zorg die zij contracteert, handelt zij naar het oordeel van de voorzieningenrechter rechtstreeks in strijd met de gerechtvaardigde belangen van de zorgaanbieder en haar cliënten, die tevens hun verzekerden zijn. Zonder reëel tarief stelt zij de zorgaanbieder – hun langdurige contractspartner, die afhankelijk van hen is, net als Zilveren kruis afhankelijk is van haar – niet in staat om de gevraagde diensten te leveren met de vereiste kwaliteit en om te voldoen aan de afspraken die zijn gemaakt in het Integraal Zorg Akkoord (IZA).

Ook kraakt de rechter de toegepaste indexering over 2023. Zilveren kruis heeft wel een indexering voor 2023 aangeboden, maar niet een inhaalcorrectie voor 2022 in de tarieven verwerkt. Dat vindt de rechter onjuist. Er is sprake van een uitzonderlijke situatie van forse prijsstijgingen. Bovendien staat in het Integraal Zorgakkoord (IZA, zie p. 103-104) de afspraak dat zorgverzekeraars de OVA (indexatie van loonkosten) volledig, zonder korting, zullen door vertalen in de prijzen en contracten. De rechter verplicht Zilveren Kruis daarom de overeenkomst voor 2023 aan te passen.

De tarieven die de afgelopen jaren werden geboden waren nauwelijks onderbouwd; voor veel zorgaanbieders waren de tarieven net genoeg om van te overleven, maar onvoldoende om te kunnen investeren of innoveren. Dat staat haaks op de zorgplicht van die zorgverzekeraars: de juridische verplichting om de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg te waarborgen.

BRON: AKD