Skip to main content

Fysiotherapie net zo goed als operatie bij meniscusscheur

Voor patiënten met een degeneratieve meniscusscheur is er geen klinisch relevant verschil  tussen fysiotherapie en een meniscusoperatie. Ook op de langere termijn is fysiotherapie niet minder effectief dan een operatie. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van fysiotherapeut en bewegingswetenschapper Julia Noorduyn.

Degeneratieve meniscusscheur
Een degeneratieve meniscusscheur is een meniscusscheur die vaak geleidelijk aan ontstaat. Naarmate we ouder worden kan de meniscus minder elastisch worden waardoor het makkelijker kan scheuren. Noorduyn: “Bij mensen met een degeneratieve meniscusscheur was een kijkoperatie van de knie waarbij het gescheurde deel van de meniscus weg werd gehaald de standaardbehandeling. Echter, meerdere toonaangevende onderzoeken hebben in de afgelopen jaren aangetoond dat een meniscusoperatie ten opzichte van een fysiotherapeutische behandeling geen relevant verschil geeft in de behandeluitkomsten gedurende een periode van 2 jaar.”

Noorduyn toonde in haar meest recente publicatie ook aan dat fysiotherapie ook na vijf jaar niet minder effectief is dan een meniscusoperatie.

Zeker nu is een behandeling die minder impact op de patient heeft èn ook nog eens goedkoper is belangrijk.

BRON: //vu.nl/nl/agenda/2022/promotie-j-c-a-noorduyn

Rouvoet (ZN) aanmatigend

In de Volkskrant van 31 januari 2020 heeft de voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland André Rouvoet zijn ware aard laten zien en weer geprobeerd stemming te maken in het voordeel van de zorgverzekeraars. Hij vertelt niet de waarheid, verdraait feiten en beschuldigt fysiotherapeuten van uitspraken die niet op feiten gebaseerd zijn.

De voorzitter van het KNGF, Guido van Woerkom, heeft hem daar op aangesproken. Ook Rouvoet weet goed dat de capaciteit in de fysiotherapie -het aanbod- in evenwicht is met de vraag van patiënten. Daar wordt al jaren onderzoek naar gedaan (Nivel 2018) en de resultaten worden ook steevast met Zorgverzekeraars Nederland gedeeld. Rouvoet weet dus ook heel goed dat er niet teveel fysiotherapeuten zijn en dat er in het licht van de vergrijzing zelfs te weinig zullen zijn in de nabije toekomst.

Rouvoet beweert ook dat de meeste administratieve lastendruk wordt veroorzaakt door de beroepsgroep zelf. Dat is niet waar. Fysiotherapeuten worden elk jaar geconfronteerd met tientallen pagina’s tellende contracten van elf zorgverzekeraars. Die contracten verschillen per zorgverzekeraar. Er staan telkens weer andere eisen en voorwaarden in, zoals vragenlijsten, behandelgemiddelden, machtigingen en declaratievoorwaarden. Fysiotherapeuten moeten aan die wirwar van regeltjes voldoen om een contract te kunnen krijgen. De zogenoemde “protocollen” vanuit de beroepsgroep zien vooral op de kwaliteit van de zorg en zorgverlening, in het belang van de patiënt. Daarbij komt dat dit jaar onze richtlijn dossiervoering juist is vereenvoudigd. Rouvoet weet dat allemaal. Het is netjes gezegd teleurstellend en ook onverantwoord dat hij dat niet noemt en doet alsof de administratieve lastendruk niet wordt veroorzaakt door de zorgverzekeraars.

In hetzelfde interview spreekt Rouvoet van ‘beeldvorming’ en ‘sentimenten’ waar het gaat over de structureel te lage tarieven die zorgverzekeraars voor fysiotherapie bieden. Dit zijn natuurlijk onbehoorlijke insinuaties. Zorgverzekeraars en dus ook Rouvoet weten heel goed dat de tarieven in de fysiotherapie al meer dan 10 jaar niet verhoogd zijn. De bezwaren van fysiotherapeuten zijn dus ook terecht en gebaseerd op feiten. Het is niet voor niks dat er al jaren wordt gevraagd het tarief per 2021 te repareren. De zorgverzekeraars en de minister onderhandelen niet of niet eerlijk en schuiven onafhankelijk onderzoek naar de kostprijs van fysiotherapie (april 2017) al jaren ter zijde.