Fysiotherapeuten wordt een belangrijke rol in de toekomst van de zorg toebedeeld, maar door lage salarissen en slechte arbeidsvoorwaarden houden ze er massaal mee op.
Fysiotherapie is een HBO-opleiding en groeit steeds meer door richting Universiteitsniveau. De waardering blijft echter al tientallen jaren ver achter. Fysiotherapie wordt steeds meer uitgeknepen.
De Overheid heeft de regie bij de zorgverzekeraars gelegd. Zorgverzekeraars bepalen sindsdien niet alleen het veel te lage tarief, maar leggen ook steeds meer administratieve verplichtingen op aan fysiotherapeuten. Zo wordt de fysiotherapeut o.a. gedwongen zich aan te sluiten bij een onderzoeksbureau die zorgverzekeraars voorzien van prestatiecijfers (behandelindex), lid te worden van besloten netwerken om bepaalde patiëntengroepen nog wel te mogen behandelen (terwijl dat gewoon in de opleiding zit), lid te worden van een samenwerkingsverband om überhaupt nog voor ‘samenwerking’ met een zorgverzekeraar (een contract) in aanmerking te komen. Dit kost de fysiotherapeut veel vrije tijd en geld, maar er staat geen beloning tegenover. In tegendeel: meer eisen voor (hopelijk) hetzelfde tarief.
Dit komt allemaal naast de normale investeringen in tijd en geld die bij de beroepsgroep horen, zoals lidmaatschap van de beroepsvereniging en werkgeversvereniging, het volgen van cursussen, bijwonen van congressen en een master-opleiding. Fysiotherapeuten doen vrijwel alles in eigen tijd. Welke manager doet dat ? Veel praktijkhouders kunnen nauwelijks blijven draaien. Alle franje moet eraf (geen bloemetje, geen lectuur in de wachtkamer). Niet zelden moeten ze zelf met minder geld rondkomen dan hun personeel.
Een normale CAO bestaat niet. Willen de werkgevers hun personeel een normale CAO bieden, dan gaan ze zelf meteen failliet. Het tarief staat het gewoonweg niet toe. Zorgverzekeraars schermen dan met de premie die veel mensen nu al niet kunnen betalen. Maar ze hebben boter op hun hoofd. Al meer dan 60% van de premiegelden blijft bij de zorgverzekeraars hangen. Er zijn steeds meer mensen die gruwelijk veel geld aan de zorg verdienen, maar geen zorg leveren. Ook maakt de gehele paramedi slechts 4% uit van het totale zorgbudget. Een rechtvaardig tarief zou nauwelijks tot premieverhoging leiden.
Na een HBO-opleiding is het normaal dat je boven-modaal verdiend. Het is meer regel dan uitzondering dat je een dertiende maand krijgt en de arbeidsvoorwaarden zijn goed. Niets van dat al in de fysiotherapie. Al tientallen jaren worden de tarieven bewust veel te laag gehouden door zorgverzekeraars. De tarieven worden niet bepaald op basis van opleidingsniveau, expertise, ervaring of dienstjaren, er wordt niet gekeken of de fysiotherapeut ervan kan rondkomen, kan sparen voor een normaal pensioen, zijn praktijk kan runnen, personeel kan betalen, kan innoveren of investeren. Zelf een onafhankelijk onderzoek door onderzoeksbureau Gupta uit 2020, verricht in opdracht van overheid, zorgverzekeraars en fysiotherapeuten, dat het tarief per behandeling bijna 34 euro per half uur moet zijn om alle kosten te betalen werd en wordt nog steeds genegeerd. Gecorrigeerd voor inflatie zou het tarief nu ongeveer 45 euro moeten zijn; in de praktijk betalen de zorgverzekeraars tussen de 36 en 40 euro. De zorgverzekeraar kijkt alleen wat voor hen uit kan. En dat terwijl hun directeuren en managers riante maandsalarissen ontvangen en prima arbeidsvoorwaarden hebben. Ja zelf riante gecompenseerd worden voor inflatie. Voor fysiotherapie zit dat er al jaren gewoon niet in en ook de enorme prijsstijging in energie-, huisvesting- en personeelskosten van de laatste jaren werd niet gecompenseerd. Wel bij het personeel van de zorgverzekeraars. Uiteraard.
Intussen wordt gewerkt aan het Integraal Zorgakkoord IZA (het plan van Rutte IV om Nederland te wapenen tegen vergrijzing en hoge zorgkosten) waar fysiotherapie een grote rol toebedeeld krijgt. Fysiotherapeuten kunnen huisartsen ontlasten en voorkomen dat klachten zo ernstig worden dat mensen bij een – duurdere – specialist terechtkomen. Wederom mooie woorden. En ja, fysiotherapie bespaart nu al hoge zorgkosten. Maar het tarief blijft onveranderd laag. En als het zo doorgaat zijn er nauwelijks nog fysiotherapeuten over.
NSC-Kamerlid Daniëlle Jansen sprak in mei tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer de zorg uit dat „patiënten straks voor een gesloten deur staan door de krimpende beroepsgroep”. Demissionair minister Dijkstra (Zorg, D66) erkende het probleem: „Paramedische zorg krijgt een belangrijke rol binnen het IZA, maar dat gaat niet altijd goed.” Volgens haar ligt de oorzaak deels bij de fysio’s zelf. „Kleine aanbieders hebben geen goede gesprekken met verzekeraars. Ze moeten gezamenlijk onderhandelen, dan staan ze veel sterker.” Dit is een wel erg vreemde uitspraak, waarbij je je weer eens moet afvragen wat voor spelletje er wordt gespeeld. Datzelfde ministerie heeft samen met NZa en zorgverzekeraars verboden om samen te onderhandelen omdat je dan een machtsblok zou vormen. En onderhandelen doen zorgverzekeraars gewoon niet; ze hoeven dat ook niet, vindt de NZa. En de zorgverzekeraar moet winnen, natuurlijk.
De conclusie kan niet anders zijn, dan dat er een vies machtsspelletje wordt gespeeld, er wordt met woorden gegoocheld, de schuld wordt weer netjes afgeschoven en de machtsverhouding blijft bestaan zoals het de hogere diertjes uitkomt. De zorg draait allang niet om mensen, er moet geld aan verdiend worden.