Spring naar de hoofdinhoud

10 jaar ‘product financiering’ bij lage rugklachten: duurder maar niet beter


Ruim tien jaar geleden introduceerde zorgverzekeraar VGZ een nieuwe vorm van bekostiging binnen de fysiotherapie: product financiering voor lage rugklachten.
Alleen praktijken die zich aansloten bij deze geselecteerde verenigingen konden deelnemen aan het programma. De aangesloten praktijken werden als “betere fysiotherapie” neergezet, wat leidde tot felle reacties in het veld.
Het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), nam dit hoog op. De suggestie dat niet-aangesloten praktijken kwalitatief ondermaats zouden zijn, werd als denigrerend en ongefundeerd beschouwd. Toenmalig VGZ-voorzitter Ab Klink werd ter verantwoording geroepen.
Na een stevig overleg werd besloten dat VGZ zou stoppen met het voeren van deze misleidende reclame. De kwalificatie “betere fysiotherapie” verdween uit de communicatie.

We zijn nu tien jaar verder. De centrale vraag is, leidt deze alternatieve bekostiging tot betere zorg? De uitkomsten van de evaluatie zijn kraakhelder:
Geen beter zorgresultaat: geen verschil met het traditionele vergoedingssysteem in termen van patiëntenervaringen, resultaat van de behandeling, duur van de therapie of het aantal behandelsessies.
Wel hogere kosten: significant hoger dan bij het reguliere systeem.
Wel meer recidieven: opvallend hogere aantal terugkerende klachten (recidieven) bij patiënten in het product financieringsmodel.

Ab Klink werd gevraagd waarom hij destijds zo overtuigd was van de meerwaarde van product financiering. Zijn antwoord was opmerkelijk: “Door de productafspraak tekent de zorgverlener er ook voor dat bij een recidive binnen 12 maanden deze gratis moet worden behandeld.”
Bij hernieuwde rugklachten maakte het dus niet uit wat de oorzaak was, de fysiotherapeut werd contractueel verplicht op eigen kosten te behandelen.

De contracten voor 2026 staan voor de deur. De tarieven liggen al tientallen jaren ver onder een normaal en verantwoord niveau, terwijl de verplichtingen die door de zorgverzekeraars worden opgelegd zich elk jaar meer opstapelen. De zorg loopt leeg. Legt de zorgverzekeraar de uitkomsten naast zich neer?
Worden inefficiënte en dure systemen, registers en verenigingen in stand gehouden? Gaan ze door met regelingen die ten kosten gaan van zorgverleners en slecht zijn voor de zorg?

Ook Medisch Specialisten en KNMG trekken zich terug uit adviesraad Zorgkaart Nederland

Zorgkaart Nederland is opgezet om mensen onafhankelijk te informeren over zorginstellingen en zorgverleners. De onafhankelijkheid van reviews wordt steeds meer in twijfel getrokken. In april 2025 stappen nu ook medisch specialisten en KNMG uit adviesraad Zorgkaart

De Federatie Medisch Specialisten (FMS) en artsenfederatie KNMG nemen per direct niet langer deel aan de adviesraad van de recensiewebsite ZorgkaartNederland. De federaties hebben ‘onvoldoende vertrouwen’ dat zij via de raad verdere verbeteringen kunnen doorvoeren in het, door artsen al langer bekritiseerde, platform.

Hoewel de FMS en KNMG in de beginjaren merkten dat hun deelname tot verbeteringen van de website leidde, is dat inmiddels niet voldoende meer het geval, schrijven de FMS en de KNMG in hun gezamenlijk persbericht. De FMS en KNMG hebben niet het vertrouwen dat zij nog verbeteringen kunnen doorvoeren ‘om zorgverleners beter te beschermen tegen kwetsbare posities als gevolg van individuele, moeilijk te verifiëren reviews’. Wel blijven de FMS en KNMG ‘op bestuurlijk niveau in gesprek’ over hoe ZorgkaartNederland voor iedereen toegevoegde waarde zou kunnen hebben. De federaties zaten sinds de oprichting in 2009 in de adviesraad van Zorgkaart ‘met als doel de kwaliteit en betrouwbaarheid van de reviews te borgen’.

Patiëntenfederatie Nederland, waar ZorgkaartNederland deel vanuit maakt, geeft in een reactie op dit nieuws aan zich te beraden op de manier waarop zij gaan samenwerken met andere zorgorganisaties. ‘Wij zien grote waarde in die samenwerking met vertegenwoordigers van zorgaanbieders, maar constateren ook dat er verschillen van inzicht zijn over de koers en functie van het platform’, aldus de federatie op haar website. Daarnaast wijst de Patiëntenfederatie erop dat ‘de sectoren vanwaaruit de meeste kritiek klinkt op ZorgkaartNederland het verst achterblijven met het geverifieerd meten’. Geverifieerd meten is een methode waarbij Zorgkaart ‘100 procent zeker’ weet dat de inzender van de waardering daadwerkelijk in behandeling was bij de zorgverlener.

Huisartsen

Vorig jaar oktober stapte de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) al uit de adviesraad. Kort daarna riep de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen alle organisaties op om uit de adviesraad te stappen.

BRON: Medisch Contact

Fysiotherapie in gevaar

De situatie in de fysiotherapie wordt steeds zorgwekkender. Ondanks jarenlange waarschuwingen van het KNGF en andere beroepsverenigingen blijven zorgverzekeraars tarieven betalen die ver onder de kostprijs liggen. Het gevolg? Steeds meer jonge fysiotherapeuten verlaten het vak, waardoor de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg onder druk komen te staan. Minimaal €50 per zitting is nodig om de sector te laten overleven! De fysiotherapie moet het al tientallen jaren met ongeveer de helft doen.
Zorgverzekeraars zoals Zilveren Kruis, Achmea en VGZ herkennen de trend niet en geven aan dat hun taak vooral is om de poliskosten laag te houden. Dit laat zien waar de prioriteiten liggen: kosten boven kwaliteit van zorg. Je zal maar verzekerd zijn bij zo’n verzekeraar.

In het maartnummer van het blad Arts en Auto is uitgebreid aandacht voor de problematiek in de paramedische sector. In zijn redactioneel schetst hoofdredacteur Martijn Reinink het verontrustende beeld van een wankelende paramedische sector. In een ander artikel komt een fysiotherapeut aan het woord die het perspectief schetst vanuit medewerkers in loondienst (belachelijk lage beloning en een fatsoenlijke CAO is niet eens mogelijk) waarna de voorzitter van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) Lodi Hennink en voorzitter van het Paramedisch Platform Nederland (PPN) Bianca Rootsaert aan het woord komen. Het artikel geeft een helder en accuraat beeld van de situatie in de paramedische sector. Onder andere op basis van het artikel in Arts en Auto heeft VVD-Kamerlid Judith Tielen Kamervragen gesteld over de kwestie. Zij wil van het kabinet weten welke stappen zij gaat nemen om eerlijke tarieven te waarborgen en zo de toekomst van de fysiotherapie veilig te stellen. Fijn dat er wederom vanuit de politiek support is voor de paramedische sector en de fysiotherapie in het bijzonder. Het kabinet en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) mogen dit niet wéér wegwuiven.

Machtsspel

De beroepsvereniging KNGF zit klem. Er lijkt een soort herenakkoord te zijn, dat niet verstoord mag worden. Praten over marktfalen en lage tarieven mag wel, net als nette brieven en beleefde verzoeken aan de NZa, maar met de vuist op tafel slaan wordt direct afgestraft door het machtsblok van verzekeraars, terwijl juist die de hele zorg al jaren dicteren en de tarieven alleen maar laten afhangen van wat er bij hen ‘uit kan’. Natuurlijk allemaal onder het mom dat het anders te duur zou worden voor de verzekerde.

Is het de paramedische sector die wankelt of is het de hele zorg ? Het lijkt er meer op dat de samenleving wankelt.
De samenleving zal, met een toenemende vergrijzing en een tekort aan personeel in de zorg, in de problemen komen. Het is dus een probleem van ons allemaal.

Fysiotherapie is cruciaal in de zorg

Fysiotherapie is geen tweederangs zorg. Of tweede keuze. Fysiotherapie is kwalitatief hoogwaardige zorg die zorgkosten op de langere termijn en in de tweede lijn kan besparen. Fysiotherapie is ontzettend belangrijk voor de samenleving. En niet alleen in Nederland. Voorzitter Rik Dawson van de Australian Physiotherapy Association Association geeft op LinkedIn helder het belang van fysiotherapie aan. Fysiotherapie moet toegankelijk zijn voor iedereen en levert een cruciale bijdrage aan de zorg. Dat geldt natuurlijk breder voor de hele paramedische sector en de zorg in het algemeen. Ook in Australië is de politiek aan zet.

In een open brief aan minister Fleur Agema roept de fysiotherapie op om lef te tonen: “U gaf het zelf aan in uw speech. Lef te tonen om het anders te doen en te innoveren. We moeten het samen doen. En ja, kwalitatief hoogwaardige en betaalbare zorg die beschikbaar is voor iedereen die zorg nodig heeft is een uitdaging. Helemaal als we zorgprofessionals ook een fatsoenlijk salaris willen betalen. Een gezamenlijke visie en aanpak is belangrijk. Het zal niet altijd gemakkelijk gaan, maar ik geloof dat het kan.”

Dit kan zo niet langer! Steun de fysiotherapie en deel dit bericht. Zorg moet toegankelijk én van hoge kwaliteit blijven!

#RedDeFysiotherapie #EerlijkeTarieven #KwaliteitBovenKosten

Helft praktijkhouders overweegt te stoppen

De toekomst van de eerstelijnszorg in Nederland is in gevaar. Dit is een van de conclusies van de meest recente Kleinbedrijf Index Fysiotherapie. Uit het onderzoek blijkt dat 54% van de praktijkhouders overweegt te stoppen, terwijl 17% zelfs al actief bezig is met de verkoop van de eigen praktijk. Dit percentage ligt fors hoger dan het gemiddelde in het midden- en kleinbedrijf (31%).

De belangrijkste oorzaken zijn financiële onzekerheid, toenemende regelgeving en hoge werkdruk. De aangekondigde handhaving op schijnzelfstandigheid vanaf 2025 vergroot de onrust nog verder.

De onderzoekers waarschuwen dat grootschalige sluiting van fysiotherapiepraktijken de toegankelijkheid van fysiotherapie ernstig kunnen bedreigen. Zij roepen de politiek op snel in te grijpen om de sector te beschermen.

Uit een poll van het AD onder 10.000 respondenten blijkt, dat 62% vindt dat er snel een cao met een behoorlijk salaris moet komen voor fysiotherapeuten. De lage salarissen in Nederland leiden steeds vaker tot uitstroom naar het buitenland, waar het salaris minimaal dubbel hoog is als in Nederland. ‘De salariëring in Nederland is echt belabberd geregeld’, laten fysiotherapeuten in Zwitserland weten. Steeds meer fysiotherapeuten kiezen voor betere arbeidsvoorwaarden in het buitenland.

Consumentenbond waarschuwt: zorgverzekeraars doen nog steeds aan koppelverkoop

Zorgverzekeraars doen nog steeds aan koppelverkoop bij polissen die voor iedereen afsluitbaar zijn. Wil je een ruime aanvullende verzekering, dan wordt je verplicht een duurdere basisverzekering af te sluiten. En ook al heb je een dure basisverzekering dan mag je die niet altijd combineren met een gering aanvullend pakket. Je moet dus meer betalen voor je basispolis om toegang te krijgen tot uitgebreidere aanvullende verzekeringen. De Consumentenbond vindt dat er een verbod moet komen op koppelverkoop.

Verzekeringsconcerns voeren allemaal ten minste 1 label met koppelverkoop. Koploper in negatieve zin is Achmea met 3 zorglabels: De Friesland, FBTO en Interpolis. Voor CZ (Nationale-Nederlanden), Menzis en VGZ (Univé) is dat bij 1 label het geval. Daarnaast maken ook ONVZ en Zorg en Zekerheid zich schuldig aan koppelverkoop.

Wettelijk is het niet verboden, maar in 2024 keurden de toezichthouders ACM en NZa koppelverkoop af. In 2006 werd marktwerking in de zorg ingevoerd en zou het beter worden tegen lagere kosten. Met het rookgordijn van de grote hoeveelheid aanvullende verzekeringen, het bewust afbreken van collectiviteit, het uitholen van de dekking, de stijgende premies, de enorme reserves die verzekeraars wegsluizen, de hoge eigen kosten die verzekeraars van de premiegelden afromen, het jarenlange wantrouwen en onderbetalen van zorgverleners, begint zich een ander beeld af te tekenen. Iemand profiteert, maar niet de consument en niet de zorgverlener.

Hoge extra kosten voor weinig vergoeding

De verplichting een duurdere basisverzekering te nemen leidt niet zelden tot hogere totaalkosten. De Consumentenbond rekent voor dat je bij tandartsverzekeringen van FBTO en Menzis al gauw zelf méér betaalt aan premie dan de maximale vergoeding die je kan krijgen.

Waar moet je op letten?

Vooral als je een ruime vergoeding voor bv tandartskosten wilt of als je veel behandelingen fysiotherapie nodig hebt. Misschien ben je bij een andere verzekeraar goedkoper uit. Of is het voordeliger bepaalde zorgkosten zelf te betalen.

TIP: Vergelijk altijd eerst alleen de basisverzekering. Dan weet je wat die kost. Je kan dan gemakkelijker zien of je gedwongen wordt een duurdere basisverzekering te nemen bij een uitgebreidere aanvullende verzekering en uitrekenen of extra premie voor een aanvullende verzekering opweegt tegen de vergoeding die je ontvangt.

Wist je …

1. … dat je vrij bent in de keuze van zorgverzekeraar:

Je bent niet verplicht een aanvullende verzekering af te sluiten bij dezelfde zorgverzekeraar als je basisverzekering.

Bv je mag een basisverzekering bij DSW afsluiten en een aanvullende verzekering bij ONVZ.

2. … dat je meerdere aanvullende polissen naast elkaar mag afsluiten

Je mag meerdere aanvullende polissen naast elkaar af te sluiten bij verschillende zorgverzekeraars. Dit biedt je flexibiliteit om je dekking te optimaliseren.

3. … dat je kosten kan besparen door gesplitste polissen

Het kan goedkoper zijn om twee AV-polissen met minder fysiotherapiezittingen af te sluiten dan één polis met veel behandelingen. Bv.

 • De goedkoopste AV voor 12 zittingen fysiotherapie (=ASR Start polis) kost €20,95 per maand.

 • Door twee polissen af te sluiten, zoals Zilveren Kruis ZieZo (6 behandelingen voor €6,75) en OHRA Compact polis ( 6 behandelingen voor €6,25 ), kom je uit op €13,00 per maand voor 12 behandelingen. Dit bespaart je €7,95 per maand (ca €100 per jaar per persoon).

BRON: Consumentenbond, december 2024

Gemeenten boos over bezuinigingen zorg, stappen uit zorgakkoord

De Nederlandse gemeenten stemden in de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met 93,4 procent voor een resolutie om te stoppen met de samenwerkingstappen met het kabinet en de zorgsector om de gezondheidszorg toegankelijk en betaalbaar te houden. De belangrijkste reden is de bezuiniging van het kabinet op gemeentelijke budgetten voor gezondheidsprojecten.

Het besluit is het volgende probleem voor het kabinet en de zorgsector in het algemeen. Eerder weigerden huisartsen al mee te doen aan het Integraal Zorgakoord (IZA). Met het terugtrekken van de gemeenten komt de uitvoering van het IZA andermaal in gevaar. En dit is vooralsnog de enige strategie om de zorg tot 2040 voor iedereen overeind te houden.

Gemeenten moeten via het zogeheten sociaal domein, waaronder bijvoorbeeld schuldhulpverleners en jeugd- en maatschappelijk werkers vallen, een deel van de groeiende behoefte aan medische hulp bedwingen.
Zo zou duurdere zorg van psychiaters en psychologen voorkomen moeten worden.

De afgelopen jaren moesten gemeenten door het verbeteren van de leefomstandigheden en leefomgeving aan preventief gezondheidsbeleid doen. Een beter algemene welzijn van burgers, verkleint de kans op langdurig zorg. Het gaat hierbij om mensen weer aan het sporten te brengen of buurthuizen voor ouderen om eenzaamheid tegen te gaan.

Aanvullend op het zorgakkoord werd daarom door het vorige kabinet een tweede akkoord gesloten, het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), waarin gemeenten tot 2026 jaarlijks 300 miljoen euro extra kregen om de leefomgeving voor hun burgers te verbeteren.

Financieel ravijnjaar
Het kabinet-Schoof wil echter bezuinigen op deze financiële middelen, tot groot ongenoegen van de gemeenten. Ze verwachten bovendien nog meer financiële tegenspoed. Vanaf 2026 dreigen ze miljarden euro’s uit het gemeentefonds mis te lopen.

Ook ziekenhuizen komen in toenemende mate in financiele moeilijkheden en dreigen uit het IZA te stappen.

De gemeenten hebben te maken met onafgemaakte plannen van het vorige kabinet. Rutte IV wilde vanaf 2026 ingrijpend bezuinigen op het gemeentefonds, een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeenten. De belofte was wel dat er een nieuw financieringssysteem zou komen om gemeenten financiële stabiliteit te geven.

Maar na de val van dat kabinet in 2023 zijn plannen voor de overgang naar een nieuw financieringssysteem niet afgemaakt. Ondertussen houdt het oude systeem in 2026 op te bestaan en dreigen de gemeenten in één klap zo veel geld te verliezen dat sluitende begrotingen onmogelijk worden. Ze noemen het jaar 2026 al enige tijd een “financieel ravijnjaar”.

‘Gelijkwaardige partij’
De gemeenten wijzen erop dat ze in het Integraal Zorgakkoord stapten onder de belofte dat zo’n ravijnjaar zou worden voorkomen én dat er structureel geld zou komen voor preventie en gezondheidsbeleid. Een oplossing voor 2026 is nog niet in zicht en zorgminister Agema bezuinigt op preventie en publieke gezondheid.

Ook de fysiotherapie loopt al tientallen jaren op tegen ongelijkwaardigheid. Overheid en zorgverzekeraars bepalen alles samen. Fysiotherapeuten worden gedwongen te tekenen bij het kruisje en krijgen onredelijke, eenzijdige voorwaarden en een absurd laag tarief.

De minister betreurt het besluit an de gemeenten om zich terug te trekken, zegt ze in een reactie. “De zorg kent grote uitdagingen en de IZA-partijen zetten hier samen hun schouders onder. Gemeenten hebben hierin een belangrijke rol. Ze zijn altijd welkom om terug te keren aan tafel.”

Volgens Nathalie Kramers, wethouder in Leeuwarden en bestuurslid van VNG, zijn de gemeenten niet alleen vanwege de bezuinigingen uit het akkoord gestapt. Het is volgens haar ook belangrijk dat gemeenten als gelijkwaardige partij aan tafel zitten met partners zoals zorgverzekeraars en het ministerie. Bovendien vindt ze dat het niet alleen dit ministerie is dat de kar moet trekken, maar dat zorg en preventie de aandacht van het hele kabinet vereist.

BRON: NOS

Weer dwingt rechter zorgverzekeraars tot hogere tarieven

Meerdere zorgaanbieders in de orthopedische schoentechniekbranche hebben in een rechtszaak tegen zorgverzekeraar CZ veel hogere tarieven gekregen voor 2025. De advocaten van de zorgaanbieders zien het winnende vonnis als een belangrijke stap richting betere tarieven voor alle zorgaanbieders.

Met de uitspraak van de rechtbank van Zeeland-West-Brabant van 6 november moet CZ de tarieven voor december 2024 met 16 procent verhogen en voor het jaar 2025 met 20 procent.

Een ander kort geding tegen VGZ van dezelfde zorgaanbieders resulteerde in een schikking, waarbij per 1 januari 2025 een tariefsverhoging van meer dan 20 procent is overeengekomen.

Niet redelijk
Uit de rechtspraak tegen CZ blijkt dat zorgverzekeraars bij hun inkoopgedrag voldoende rekening moeten houden met de ‘gerechtvaardigde belangen’ van de zorgaanbieder. Zorgaanbieders stelden in de zaak dat zorgverzekeraar CZ de tarieven niet heeft geïndexeerd, terwijl zij wel te maken hebben met hoge, niet voorziene kostenstijgingen. Advocaat Koen Mous heeft meegewerkt aan de zaak. Op LinkedIn zegt hij: “Het is niet redelijk dat zorgaanbieders hiervan de dupe zijn.”

Zilveren Kruis
In juli 2024 is zorgverzekeraar Zilveren Kruis veroordeeld tot het zo spoedig mogelijk aanpassen van de meerjarige contracten 2024/’25 met eerstelijnsdiagnostiek-aanbieders vanwege het niet volledig doorberekenen van de OVA én het niet indexeren van materiële kostenstijging bij zorgaanbieders, zo valt te lezen in het STAR-arrest. Dit alles op straffe van een dwangsom, die opliep tot 1 miljoen euro. Zilveren Kruis heeft na de uitspraak van het Gerechtshof de tarieven voor eerstelijnsdiagnostiek-aanbieders aangepast.

Advocaat Diederik Schrijvershof van Maverick Advocaten, die de zeventien eerstelijnsdiagnostiek-aanbieders vertegenwoordigde, dacht toen al dat de uitspraak duurzame gevolgen zou gaan hebben voor alle zorgverzekeraars en dat alle sectoren daar hun voordeel mee kunnen doen: van ziekenhuizen, apotheken, gehandicaptenzorgaanbieders tot orthopedische schoenmakers.

BRON: skipr

Fysiotherapeuten willen minimumtarief om leegloop te vermijden

De zorg loopt leeg. De toegang tot fysiotherapie, maar eigenlijk de hele zorg komt ernstig in gevaar.

Voorzitter Lodi Hennink van het Koninklijk Nederlands Gezelschap voor Fysiotherapie (KNGF) heeft hierover op 5 november een brief verstuurd aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Gebeurt er niets, dan dreigt de toegang tot fysiotherapie volgens hem zwaar te verslechteren en de zorg verder vast te lopen.

Marktwerking
In 2006 werkt in de zorg marktwerking ingevoerd, te beginnen met de fysiotherapie. Er zouden vrije tarieven en onderhandelingen met de zorgverzekeraars komen. Dat leek aanvankelijk aantrekkelijk voor alle partijen. Maar een belangrijke voorwaarde voor wijziging in het zorgstelsel is om een evaluatie of een proefperiode af te spreken. Dat dit niet is gebeurd, heeft er toe geleid dat de Overheid niet heeft kunnen bijsturen en de eerstelijns zorgverleners nu al bijna 20 jaar de negatieve gevolgen ervaren.

Alle macht bij de zorgverzekeraars
Zorgverleners hebben niet alleen een gedegen opleiding op HBO niveau afgerond, ze blijven doorleren. Fysiotherapie zit nu al dicht tegen universiteitsniveau aan. Ook neemt met de jaren hun kennis en ervaring toe.
Daarnaast is er steeds meer wetenschappelijk onderzoek, zijn meer (multidisciplinaire) richtlijnen ontwikkeld en wordt er voortdurend aan kwaliteitsverbetering gewerkt.

Zorgverzekeraars leggen sinds 2006 steeds meer eisen op, die volgens hen kwaliteitsbevorderend zijn. Zo worden zorgverleners verplicht avond en weekendopenstelling in te voeren (‘de client wil dat’), klantervaringen te verzamelen (PREM), zich te conformeren aan een BehandelIndex (waarvan de formule nog steeds geheim is), deel te nemen aan dataverzameling (om een te leren van collega’s, maar eigenlijk meer om tegen collega’s te kunnen worden afgezet).

Alle eisen hebben steeds alleen maar tijd en geld gekost en heeft de zorg niet kwalitatief verbeterd. In tegendeel. De zorgverlener wordt in toenemende mate opgezadeld met administratieve lasten, die tijdens de behandeling moeten worden uitgevoerd, maar vaak ook in eigen tijd en op eigen kosten. De zorgverzekeraars gebruiken de uitkomsten om te rechtvaardigen dat de zorgverleners te weinig doen aan kwaliteit en dus geen tariefsverhoging verdienen.

Kosten
De bevolking groeit, de levensverwachting is ook duidelijk hoger en dat heeft geleid tot een vergrijzing. Het gemiddelde aantal behandelingen per patiënt is gedaald, doordat zorgverleners tegen gewerkt of zelfs gestraft werden. De kosten die besteed worden aan fysiotherapie zijn nog steeds hetzelfde: staan al bijna 20 jaar rond de 1,5 miljard euro.

Fysiotherapeuten hebben hun patiënten niet in de kou gezet. Er worden meer mensen behandeld, ze worden behandeld met minder behandelingen met eenzelfde tevreden resultaat; de tevredenheid over behandeling, therapeut en praktijk is al jaren een 9 (zorgverzekeraars scoren een mager 6-je). De fysiotherapeuten leveren dus al jaren in. Niet alleen qua tarief, ook qua erkenning en werkplezier. In 2023 hebben niet voor niets 10 procent van de fysiotherapeuten (3000) het vak verlaten.

Zorgverzekeraars kwamen tot de ontdekking dat de marktwerking niet de winst gaf die verwacht was. Ze gingen over op risico beheersing en ontwikkelde steeds meer polissen. Hiermee doen ze afbreuk aan het systeem van verzekeren. Het principe van verzekeren is collectiviteit: lasten gezamenlijk dragen zodat op individueel niveau de kosten laag blijven. Door het aanbod van allerlei polissen gingen de mensen verzekeren als ‘kopen’ zien en werd de collectiviteit afgebroken. Hoe kleiner de verzekerde groep per polis, hoe groter de afbreuk is aan het principe van verzekeren.

Zorgverzekeraars kregen de opdracht de mensen duidelijk te maken dat zorg geld kost en stijgende kosten van de gezondheidszorg te beheersen, maar leggen deze beheersing volledig bij de zorgverleners neer. En juist niet bij de consument. Dit doen ze al bijna 20 jaar door de tarieven laag te houden.

Uitgaande van het tarief op 31 december 2005 (dus van vóór de marktwerking), zou met inflatiecorrectie in 2023 het tarief minimaal 43 euro moeten zijn. Dit is in lijn met het Gupta-rapport uit 2020. Dit onafhankelijke bedrijf onderzocht de kostprijs voor een reguliere behandeling fysiotherapie in 2018 in opdracht van diverse beroepsverenigingen en zorgverzekeraars! De uitkomst was een tarief van 34 euro. In 2018 was het door zorgverzekeraars werkelijk betaald bedrag ca. 25 euro. De uitkomst was niet bindend dus legden de zorgverzekeraars het onderzoek naast zich neer (ze hadden toegezegd ‘er rekening mee te houden’). Dat verschil is alleen maar groter geworden: in 2023 is een tarief van 43 euro passend en kostendekkend, zorgverzekeraars vergoeden 31 tot 34 euro. Veel pas afgestudeerde fysiotherapeuten verlaten het vak, omdat een andere baan meer oplevert in waardering, geld, tijd en werkplezier.

In de achterstandswijken is dit nog nijpender omdat de mensen die daar zorg gebruiken afhankelijk zijn van een stadspolis. Dat is voor de mensen met een minimum inkomen of lager een verzekering die hen de mogelijkheid geeft om zorg te krijgen die ze zonder steun vanuit de lokale overheden niet zouden kunnen betalen. Sociaal gebaar maar met de kanttekening dat de beloning voor het werk van de zorgverleners in die wijken ook erg laag is. Dat heeft op zijn beurt tot gevolg dat fysiotherapeuten het liefst in de welstandwijken gaan werken waar ze een hoger tarief krijgen omdat ze een ander contract met de zorgverzekeraars kunnen afsluiten. We stevenen dus af op een situatie dat de mensen met een hoog zorggebruik straks geen zorg meer kunnen krijgen in de wijk waarin zij woonachtig zijn. En dus alleen nog naar het ziekenhuis kunnen. En die zorg is vele malen duurder.

Niet alleen is er een verschil in beloning van fysiotherapeuten in welstandswijken en achterstandswijken. In de zieken-, verpleeg- en verzorgingshuizen is de vergoeding altijd hoger. Hierdoor ontstaat eveneens een leegloop uit de eerste lijn, maar nu naar de tweede (ziekenhuizen) en derde lijn (verpleeg- en verzorgingshuizen).

Paarse krokodil
Zorgverzekeraars zetten de zorgverleners onder druk door ze diverse overeenkomsten met verschillende verplichtingen aan te bieden. Elk jaar is dit een ontzettende administratieve last, ze worden gedwongen in het managerswereldje mee te doen: zorgverleners zijn helemaal niet opgeleid om ingewikkelde juridische documenten te doorgronden. Laat staan allerlei financiële consequenties te kunnen overzien. Zorgverlenerscontracten staan bol van gedicteerde eisen, er wordt niet overlegd, er valt niet te onderhandelen. Elk jaar zijn zorgverzekeraars ‘blij dat we samenwerken’. Niet tekenen wordt bestraft met een nòg lager tarief en pestgedrag als niet mogen declareren via internet.

Zorgverzekeraars zetten vol in op het controleren van zorgverleners. Veel mensen en veel geld worden besteed aan fraude onderzoek. Alleen, de opbrengst is bepaald magertjes. Ook de Overheid doet een duit in het zakje met de invoering van de Wet Toetreding AanbiedersZorg (WTZA). Ook hier weer gericht op fraude in de zorg te bestrijden. Wantrouwen overheerst. Tienduizenden eerste-lijns zorgverleners worden opgezadeld met extra administratieve lasten. En hogere kosten.

In oktober 2024 wordt bekend dat criminelen massaal de zorg misbruiken om al jaren heel veel geld weg te sluizen.

De zorg is ziek
Zorgverleners krijgen steeds meer administratieve eisen opgelegd, waardoor de tijd die aan patiënt of vakinhoud besteed kan worden steeds korter wordt. En daar heeft de zorgverlener aanvankelijk toch voor gekozen. En dat is waar de patiënten voor komen. En betalen.

Ook het systeem van eigen risico faalt. De prikkel is namelijk achteraf en veel later dan de geleverde zorg heeft plaatsgevonden.

En bovenal verzekeren zorgverzekeraars curatieve zorg en maar een heel klein deel preventieve zorg. In veel overeenkomsten met zorgverleners staat dat er alleen behandeld mag worden indien het medisch noodzakelijk is. Vanuit het oogpunt van die zorgverzekeraars misschien begrijpelijk. Maar een doodsteek voor de inzet van zorgverleners in het kader van preventie zoals deze onder andere in het Integraal Zorg Akkoord wordt gepropageerd.

Het huidige gezondheidssysteem houdt een perverse prikkel in stand door ongezond gedrag ook nog eens te belonen. Als je gezond wilt eten of gaat sporten om gezond te blijven mag je het zelf (dik) betalen, als je ongezond leeft en ziek wordt krijg je opeens alles vergoed !

Zorgpremies worden betaald om zorg te verzekeren. Toch blijft een groot deel van de ingelegde premie bij de zorgverzekeraar hangen. Directeuren, veel managers en nog veel meer personeel krijgen goed betaald (inclusief jaarlijkse inflatiecorrectie en zo ook een flinke toeslag voor Corona). Zorgverzekeraars mogen geen winst maken, toch liggen er miljarden op de plank. Dat worden reserves genoemd. De verzekerden krijgen steeds minder vergoed, want te duur.

Gevolgen
Als de zorg leegloopt zullen er tekorten ontstaan. Er is al een tekort aan huisartsen aan het ontstaan. Nu dreigt er ook een tekort aan fysiotherapeuten en ook andere (para)medische beroepen zullen weldra volgen. Juist de mensen in achterstandswijken die meer zorg nodig hebben, zullen dit als eersten gaan merken. Minder mensen betekent dat het streven van de politiek om de juiste zorg op de juiste plek te laten plaatsvinden, nu al gedoemd is te mislukken.

Het is voor de fysiotherapeuten niet meer mogelijk investeringen te doen in het verbeteren van de loonkosten, investeringen in opleidingskosten of benodigde apparatuur. Het is niet eens mogelijk een CAO in te voeren, die recht doet aan een passend salarisniveau. Voor werkgevers onbetaalbaar; dan zou de praktijk over de kop gaan. Hiermee komt de negatieve kant van de marktwerking naar boven. De effecten zijn een vermindering van zorgverleners in de eerstelijn, een grotere toeloop van zorggebruikers naar de tweede- en derdelijn. Uit het rapport De Basis op orde van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving blijkt dat 90% van de zorgvraag in de eerste lijn wordt opgelost tegen 4% van de totale kosten voor de Gezondheidszorg. De kosten van de tweede- en derdelijn liggen stukken hoger, waardoor de zorgkosten dus enorm zullen stijgen.

Vreemd
Er is al op meer gebieden marktwerking ingevoerd: openbaar vervoer, energiemarkt en internetproviders. Nog nooit is daardoor de kwaliteit verbeterd en de prijs gedaald. Managers hebben mooie praatjes, maar zijn helaas niet aansprakelijk voor de gevolgen. Anderen betalen altijd de rekening.

De hoge zorgkosten zouden veroorzaakt worden door de hogere levensverwachting. Dat is hooguit gedeeltelijk waar; eind 2024 wordt die zelfs naar beneden bijgesteld. Uit onderzoek blijkt dat 96 procent van wat we doen en laten wordt bepaald door omgevingsfactoren: luchtvervuiling, lichtvervuiling, geluidsoverlast, milieuvervuiling, straling, groenvoorziening, overbevolking, te weinig ruimte, last van buren en ongezonde levensstijl. Al deze zaken worden door Overheden bepaald. Toch wordt er altijd naar de burger gewezen. Geld gaat voor. De Overheid zal moeten omdenken. Nu eens beleid voor de lange termijn, zodat volgende generaties gezonder worden. Voor een gezonde leefstijl kunnen gemakkelijk direct maatregelen genomen worden. Geen halfslachtige maatregelen. Alleen een totaalpakket van een reclameverbod èn de BTW op groenten en fruit afschaffen èn een suikertaks invoeren zal helpen. Niet straks. Nu !

BRON: KNGF, LinkedIn

Regels controle en wantrouwen

Allerlei sectoren worden bedolven onder regels, in de zorg is het al jaren schrijnend: de bureaucratische regeldrift schiet zijn doel voorbij.

Zorgverzekeraars zijn ooit opgericht om de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg te waarborgen, maar verzanden steeds meer in regels en protocollen. De oorspronkelijke waarde (het welzijn van de patiënt) raakt ondergesneeuwd onder een lawine van contractuele eisen en administratieve verplichtingen.

Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten

Iemands wantrouwen zegt vaak meer over de wantrouwende zelf dan over de ander. In de zorg betekent dit dat zorgverzekeraars zoveel regels opstellen omdat zij de zorgverleners niet vertrouwen om op een professionele, integere manier het werk te doen waar zij notabene voor zijn opgeleid. Ze behandelen hen alsof ze voortdurend gecontroleerd moeten worden, wat leidt tot een verstikkend systeem van administratieve overlast.

WAT IS BELANGRIJKER, HET MIDDEL OF HET DOEL?

Het doel is in dit geval het bieden van hoogwaardige zorg aan patiënten. Het middel – regels en normen – zou enkel moeten dienen om dat doel te bereiken. Maar in de praktijk lijkt het omgekeerde te gebeuren: de regels worden doel op zich. Zorgverzekeraars stellen steeds meer eisen in contracten, waardoor de zorgverlener in een administratief moeras terechtkomt, ver verwijderd van het werkelijke doel: het helpen van patiënten.

Een typisch voorbeeld hiervan is het aantal pagina’s van de contracten die grote zorgverzekeraars bij fysiotherapeuten gebruiken:
– ZKAchmea 21 pagina’s
– VGZ 26 pagina’s
– CZ 42 pagina’s
– Menzis 64 pagina’s

Deze aantallen pagina’s geschreven wantrouwen, spreken boekdelen. Hoe kan een fysiotherapeut zich richten op zijn eigen vak, op zorg, op de patiënt, als hij alle pagina’s aan contractvoorwaarden moet kennen en deze moet toepassen, die vaak ook nog eens per verzekeraar verschillen? Dit systeem dwingt zorgverleners in een keurslijf dat hen eerder belemmert dan ondersteunt.

Het zorgsysteem moet goed zijn voor de patiënt, niet voor het systeem

Het wantrouwen dat ten grondslag ligt aan deze regeldrift, is schadelijk voor alle betrokkenen. Niet alleen leidt het tot een verminderde efficiëntie en werkplezier bij zorgverleners, maar het doet ook afbreuk aan de relatie tussen zorgverleners en verzekeraars. Als elke interactie wordt beheerst door voorschriften en controle, ontstaat er een sfeer van achterdocht. Er is geen sprake van samenwerking.

Terug naar de essentie

Zorg dient de gezondheid van patiënten te verbeteren. De zorgsector moet zich ontdoen van overbodige bureaucratie en de focus weer leggen op de kernwaarden.

“ ALS DE NORM BELANGRIJKER IS DAN DE WAARDE, DAN IS HET EEN WAARDELOZE NORM. ”

Het is tijd dat zorgverzekeraars en beleidsmakers dit beseffen, actie ondernemen en niet alleen met mooie woorden beamen, om de groeiende regelzucht een halt toe te roepen. Want uiteindelijk gaat het erom wat het beste is voor de patiënt, niet voor het systeem.

BRON: robcast