Spring naar de hoofdinhoud

Meer dan 3000 fysiotherapeuten gestopt

De zorg loopt leeg. Vorig jaar hebben meer dan 3000 fysiotherapeuten het vak verlaten. Dat meldt FDV-vakbondsvoorzitter Bob van Ravensberg in Hart van Nederland. ‘Dat is een afname van 10,8 procent ten opzichte van het jaar daarvoor,’ aldus Van Ravensberg. Als deze trend doorzet, is het de vraag of de fysiotherapeut over vijf jaar nog wel bestaat.

Het interview met Van Ravenberg is een reactie op een eerder onderzoek van FDV over de arbeidsvoorwaarden van eerstelijns fysiotherapeuten. Volgens de vakbond ligt het salaris tientallen procenten onder dat van collega’s in het ziekenhuis of in de ouderenzorg. Dit hangt mede samen met hogere kosten voor scholing, veel onbetaald overwerk en een relatief ongunstige pensioenregeling.

Vanwege de absurd lage tarieven (zorgverzekeraars betalen ‘wat hun uitkomt’) en de hoge en almaar stijgende kosten, hebben praktijkhouders geen enkele mogelijkheid geld te steken in ontwikkeling van hun personeel of innovaties. De jaarlijkse inflatie wordt niet eens gedekt, laat staan de enorme prijsstijgingen als gevolg van de oorlog in oost Europa. Het is al tientallen jaren overleven, waarbij de praktijkhouder vaak minder inkomen voor zichzelf kan reserveren dan salaris voor zijn medewerker in loondienst. Het is natuurlijk volkomen absurd dat een goede CAO er niet kan komen omdat dat eenvoudigweg niet te betalen is voor praktijkhouders.

Uit verschillende onafhankelijke onderzoeken bleek jaren geleden al dat het tarief veel te laag was. Zorgverzekeraars hebben toegezegd dit mee te nemen in hun beleid, maar het enige dat ze tot nu toe gedaan hebben is zeggen ‘dat ze ernaar gekeken hebben’.

Afgelopen jaren hebben medewerkers van zorgverzekeraars wel allemaal loonsverhoging, inflatieaanpassing en zelfs inflatiecorrectie in verband met de oorlog tussen Ukraine en Rusland gekregen.

Dagelijks oefeningen helpt tegen borstkanker

Elke dag slechts 30 minuten oefening kan de kans om borstkanker te verslaan vergroten.

Onderzoekers van de Universiteit van Turku in Finland ontdekten, dat door dagelijkse oefeningen het niveau van witte bloedcellen die tumoren, virussen en bacteriën doden verhoogt. Met name lichaamsbeweging verhoogt cytotoxische T-cellen en natural killer-cellen.

Tijdens het onderzoek werden de voordelen van lichaamsbeweging onderzocht bij een groep van 20 vrouwen die recent waren gediagnosticeerd maar niet met behandeling waren begonnen. Ze fietsten elke dag 30 minuten op een fietsergometer en voor en na elke sessie werden bloedmonsters genomen.

De oefening verhoogde het niveau van de kankerbestrijdende cellen, terwijl kankerbevorderende cellen verminderden of hetzelfde bleven. Bij eerder onderzoek werd al ontdekt dat de cytotoxische T-cellen hun weg naar het tumorgebied vonden.

Wacht niet!
Bij vrouwen met grotere tumoren werden minder natuurlijke afweercellen gevormd. Hetzelfde gold voor vrouwen bij wie de kanker oestrogeen- of progesteronreceptorpositief was.
Wacht niet. Neem nu actie. Kom in beweging.

Lichaamsbeweging is het meest effectief in de vroege stadia van kanker. Beweeg je niet lekker, heb je lichamelijke klachten of wil je verantwoord op weg geholpen worden ? De fysiotherapeut is specialist in bewegen. Maak direct een afspraak en begin met bewegen.

Fysiotherapeuten rennen het vak uit

Fysiotherapeuten wordt een belangrijke rol in de toekomst van de zorg toebedeeld, maar door lage salarissen en slechte arbeidsvoorwaarden houden ze er massaal mee op.

Fysiotherapie is een HBO-opleiding en groeit steeds meer door richting Universiteitsniveau. De waardering blijft echter al tientallen jaren ver achter. Fysiotherapie wordt steeds meer uitgeknepen.

De Overheid heeft de regie bij de zorgverzekeraars gelegd. Zorgverzekeraars bepalen sindsdien niet alleen het veel te lage tarief, maar leggen ook steeds meer administratieve verplichtingen op aan fysiotherapeuten. Zo wordt de fysiotherapeut o.a. gedwongen zich aan te sluiten bij een onderzoeksbureau die zorgverzekeraars voorzien van prestatiecijfers (behandelindex), lid te worden van besloten netwerken om bepaalde patiëntengroepen nog wel te mogen behandelen (terwijl dat gewoon in de opleiding zit), lid te worden van een samenwerkingsverband om überhaupt nog voor ‘samenwerking’ met een zorgverzekeraar (een contract) in aanmerking te komen. Dit kost de fysiotherapeut veel vrije tijd en geld, maar er staat geen beloning tegenover. In tegendeel: meer eisen voor (hopelijk) hetzelfde tarief.

Dit komt allemaal naast de normale investeringen in tijd en geld die bij de beroepsgroep horen, zoals lidmaatschap van de beroepsvereniging en werkgeversvereniging, het volgen van cursussen, bijwonen van congressen en een master-opleiding. Fysiotherapeuten doen vrijwel alles in eigen tijd. Welke manager doet dat ? Veel praktijkhouders kunnen nauwelijks blijven draaien. Alle franje moet eraf (geen bloemetje, geen lectuur in de wachtkamer). Niet zelden moeten ze zelf met minder geld rondkomen dan hun personeel.

Een normale CAO bestaat niet. Willen de werkgevers hun personeel een normale CAO bieden, dan gaan ze zelf meteen failliet. Het tarief staat het gewoonweg niet toe. Zorgverzekeraars schermen dan met de premie die veel mensen nu al niet kunnen betalen. Maar ze hebben boter op hun hoofd. Al meer dan 60% van de premiegelden blijft bij de zorgverzekeraars hangen. Er zijn steeds meer mensen die gruwelijk veel geld aan de zorg verdienen, maar geen zorg leveren. Ook maakt de gehele paramedi slechts 4% uit van het totale zorgbudget. Een rechtvaardig tarief zou nauwelijks tot premieverhoging leiden.

Na een HBO-opleiding is het normaal dat je boven-modaal verdiend. Het is meer regel dan uitzondering dat je een dertiende maand krijgt en de arbeidsvoorwaarden zijn goed. Niets van dat al in de fysiotherapie. Al tientallen jaren worden de tarieven bewust veel te laag gehouden door zorgverzekeraars. De tarieven worden niet bepaald op basis van opleidingsniveau, expertise, ervaring of dienstjaren, er wordt niet gekeken of de fysiotherapeut ervan kan rondkomen, kan sparen voor een normaal pensioen, zijn praktijk kan runnen, personeel kan betalen, kan innoveren of investeren. Zelf een onafhankelijk onderzoek door onderzoeksbureau Gupta uit 2020, verricht in opdracht van overheid, zorgverzekeraars en fysiotherapeuten, dat het tarief per behandeling bijna 34 euro per half uur moet zijn om alle kosten te betalen werd en wordt nog steeds genegeerd. Gecorrigeerd voor inflatie zou het tarief nu ongeveer 45 euro moeten zijn; in de praktijk betalen de zorgverzekeraars tussen de 36 en 40 euro. De zorgverzekeraar kijkt alleen wat voor hen uit kan. En dat terwijl hun directeuren en managers riante maandsalarissen ontvangen en prima arbeidsvoorwaarden hebben. Ja zelf riante gecompenseerd worden voor inflatie. Voor fysiotherapie zit dat er al jaren gewoon niet in en ook de enorme prijsstijging in energie-, huisvesting- en personeelskosten van de laatste jaren werd niet gecompenseerd. Wel bij het personeel van de zorgverzekeraars. Uiteraard.

Intussen wordt gewerkt aan het Integraal Zorgakkoord IZA (het plan van Rutte IV om Nederland te wapenen tegen vergrijzing en hoge zorgkosten) waar fysiotherapie een grote rol toebedeeld krijgt. Fysiotherapeuten kunnen huisartsen ontlasten en voorkomen dat klachten zo ernstig worden dat mensen bij een – duurdere – specialist terechtkomen. Wederom mooie woorden. En ja, fysiotherapie bespaart nu al hoge zorgkosten. Maar het tarief blijft onveranderd laag. En als het zo doorgaat zijn er nauwelijks nog fysiotherapeuten over.
NSC-Kamerlid Daniëlle Jansen sprak in mei tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer de zorg uit dat „patiënten straks voor een gesloten deur staan door de krimpende beroepsgroep”. Demissionair minister Dijkstra (Zorg, D66) erkende het probleem: „Paramedische zorg krijgt een belangrijke rol binnen het IZA, maar dat gaat niet altijd goed.” Volgens haar ligt de oorzaak deels bij de fysio’s zelf. „Kleine aanbieders hebben geen goede gesprekken met verzekeraars. Ze moeten gezamenlijk onderhandelen, dan staan ze veel sterker.” Dit is een wel erg vreemde uitspraak, waarbij je je weer eens moet afvragen wat voor spelletje er wordt gespeeld. Datzelfde ministerie heeft samen met NZa en zorgverzekeraars verboden om samen te onderhandelen omdat je dan een machtsblok zou vormen. En onderhandelen doen zorgverzekeraars gewoon niet; ze hoeven dat ook niet, vindt de NZa. En de zorgverzekeraar moet winnen, natuurlijk.

De conclusie kan niet anders zijn, dan dat er een vies machtsspelletje wordt gespeeld, er wordt met woorden gegoocheld, de schuld wordt weer netjes afgeschoven en de machtsverhouding blijft bestaan zoals het de hogere diertjes uitkomt. De zorg draait allang niet om mensen, er moet geld aan verdiend worden.

Alzheimer: wat als medicijnen niet helpen ?

De beschikbare medicijnen voor de behandeling van de ziekte van Alzheimer zijn allemaal oud, eigenlijk heel oud. Sinds 2002 zijn er geen nieuwe medicijnen meer beschikbaar.
Geen van de momenteel beschikbare medicijnen verandert het verloop van de ziekte. En de opvolgers beloven alleen maar variaties op de oude te zijn.

Farmaceutische bedrijven zagen dat dementie een potentieel enorme markt was en investeerden flink: naar schatting $ 42 miljard in 25 jaar !

Acetylcholine remmers
Deze medicijnen voldeden en voldoen niet aan de verwachtingen en helpen totaal niet tegen dementie. Geen enkele vertraagt de verdere ontwikkeling van de ziekte. Wel krijgen de gebruikers bijwerkingen: misselijkheid, braken, diarree, slapeloosheid, bizarre dromen, krampen, vermoeidheid veroorzaken, duizeligheid, slaperigheid, agitatie en hallucinaties. En alle gebruikers vertonen een flinke afname van de mentale functies.

Amyloid remmers
Jarenlang werd gedacht dat de ziekte van Alzheimer werd veroorzaakt door een ophoping van bèta-amyloïde plaque in de hersenen. De volgende medicijnen richtten zich dan ook hierop. 30 onderzoeken naar geneesmiddelen die amyloïden verlagen hebben echter aangetoond dat ze geen verschil maken in de mentale functie. Of het alleen maar erger maken. Wel treden bij van tientallen procenten gebruikers hersenoedeem en hersenbloedingen op, soms met dodelijke afloop.

Monoclonale antilichamen
Een nieuwere ontwikkeling waarbij antilichamen gebruikt worden om bepaalde lichaamsmechanismen te beïnvloeden. Dit zijn amyloïde-remmers, zoals hierboven beschrev. Sommige werken bij het verlichten van symptomen bij gebruik bij andere ziekten, maar geen daarvan heeft tot genezing geleid. Ze zijn ook extreem duur en veranderen de immuniteit, wat vatbaar maakt voor ernstige infecties.

Persoonlijke benadering
Begin jaren 90 ontdekte dr. Dale Bredense dat de hersenen beschikken over een beschermend mechanisme, dat in werking treedt bij een tekort aan essentiële stoffen (met name van de hersenen afgeleide neurotrofische factor (BNF) en netrin-1) of bij een teveel aan giftige stoffen(o.a. amyloïd en biotoxines). Hersendelen kunnen worden uitgeschakeld om de functie op de meer essentiële gebieden te behouden.

De kern is een molecuul dat op de zenuwreceptor zit, APP genaamd (amyloïde precursoreiwit) en de manier waarop het afbreekt. Als alles in orde is, valt APP uiteen in twee zenuwvoedende stoffen en functioneren de hersenen normaal. Maar als het beschermende mechanisme wordt ingeschakeld, ontstaan er vier zenuwbeschadigende stoffen. Bredesen ontdekte 36 sleutelfactoren die de afbraak van APP beïnvloeden. Hij ontwikkelde het Bredesen-protocol, genaamd ReCODE en vroeg erkenning aan. Zijn aanvraag werd echter afgewezen omdat het te complex was omdat het protocol sterk geïndividualiseerd is.

Verder klinisch onderzoek wees uit, dat negen van de tien patiënten met het vroege stadium van de ziekte van Alzheimer een omkering van mentale achteruitgang vertoonden. Deze resultaten, die nog nooit eerder waren behaald, zijn herhaald in twee andere peer-reviewed onderzoeken.

Het ReCODE-protocol is nu met succes gebruikt bij meer dan 1.000 patiënten in zeven landen. Terwijl slechts een minderheid van de mensen in een gevorderde stadium van de ziekte van Alzheimer verbetert, verbetert ongeveer 50 procent met matige symptomen en verbeteren vrijwel alle patiënten met een milde vorm van de ziekte.

Het duurt doorgaans zes maanden voordat de pathologische hersenveranderingen zijn omgedraaid, maar de toestand kan binnen enkele weken na het stoppen van het protocol terugkeren, doorgaan is dus essentieel.

Waarom niet meteen verder ontwikkelen en toepassen ?

  1. Er gebruik wordt gemaakt van natuurlijke stoffen die niet kunnen worden gepatenteerd. Dit betekent dat er geen geld te verdienen is door farmaceutische bedrijven en dus geen geld om onderzoek te ondersteunen.
  2. De behandeling is complex omdat alle mogelijke onderliggende oorzaken moeten worden bekeken en afzonderlijk moeten worden gecorrigeerd. Maar dat verklaart meteen waarom geen enkel medicijn tot op de dag van vandaag succesvol is geweest. De one-size-fits-all drugsaanpak werkt zeker niet.
  3. Alzheimer omvat veel verschillende uitingsvormen en is niet de enige oorzaak van dementie.

Het ReCode protocol

  • voor mensen met een milde cognitieve stoornis of de ziekte van Alzheimer in een vroeg stadium
  • zeer persoonlijk, afhankelijk van de verschillende factoren die de individuele symptomen van een persoon kunnen veroorzaken of eraan kunnen bijdragen
  1. Voeding. Centraal in ReCODE staat KetoFLEX 12/3 — een zwaar plantaardig, voedingsrijk, volledig voedselpakket dat zich richt op lokaal, biologische en seizoensgebonden niet-zetmeelrijke groenten gecombineerd met voldoende eiwitten en royale hoeveelheden gezond vet. In 12/3 verwijst de 12 naar de 12 uur tussen je laatste maaltijd aan het einde van een dag en je eerste snack of maaltijd de volgende dag, en de 3 verwijst naar de drie uur die u moet wachten tussen uw laatste maaltijd en naar bed gaan. Als je bijvoorbeeld om 22:00 uur naar bed gaat, eet dan niet na 19:00 uur en wacht de volgende dag tot ten minste 7:00 uur.
  2. Oefening. Aërobe oefeningen, krachttraining en lichaamsbeweging zoals yoga en tai chi.
  3. Slaap. Elke nacht zeven tot acht uur slaap is optimaal voor de gezondheid van de hersenen. Het is van vitaal belang dat slaapomstandigheden zoals obstructieve slaapapneu effectief worden behandeld.
  4. Stressvermindering. Dagelijks technieken als mindfulness-meditatie, qigong en yoga, samen met stressmanagementgewoonten zoals loskomen van technologie, het gebruik van lijsten en het nemen van tijd voor zelfzorg.
  5. Hersenstimulatie. Dagelijkse hersentraining met oefeningen zoals die zijn ontwikkeld door BrainHQ (brainhq.com) om je hersenen uitgedaagd te houden en de aanleg van nieuwe neurale verbindingen te stimuleren. Dit kan ook door een nieuwe vaardigheid te leren, een sterk doel in het leven te hebben en deel uit te maken van een sociale groep.
  6. Detox. Vermijden van de giftige stoffen die een negatief effect kunnen hebben op de gezondheid van de hersenen. Zware metalen zoals kwik en aluminium, kunststofchemicaliën, pesticiden en schimmels zijn enkele om op te letten.
  7. Supplementen. Per persoon verschillend, maar sommige van de aanbevolen specifieke voedingsstoffen zijn als volgt:
    Vitamine B1 voor geheugenvorming, 50 mg per dag
    Vitamine B5 voor alertheid, 100 – 200 mg per dag
    Vitamine B6 / B12 / foliumzuurcombinatie
    Vitamine D, 2500 IE per dag totdat optimale niveaus zijn bereikt
    Vitamine K2 als MK7, 100 mcg per dag
    Citicoline voor groei en reparatie van synaps, tweemaal daags 250 mg
    Ubiquinol of co-enzym Q10 ter ondersteuning van de mitochondriën, 100 mg per dag

Zie voor meer informatie Apollohealthco.com

Gezond leven, onder andere stoppen met roken, voldoende bewegen, een gezond gewicht handhaven en het behandelen van suikerziekte, een hoge bloeddruk en depressie helpen als preventie tegen een heleboel ziekten. Deze adviezen in het leefstijlprogramma van Bredesen zijn daarmee dus niet iets ‘nieuws’. Bredesen voegt hier echter nog een lijst aan mogelijke oorzaken van de ziekte van Alzheimer aan toe, met bijbehorende adviezen. Een aantal van deze mogelijke oorzaken voor Alzheimer werden eerder al onderzocht, waarbij echter geen verband werd gevonden. Al in 2018 schreef Alzheimer Nederland op hun website een artikel in de rubriek ‘alternatieve geneeswijzen’ over het leefstijlprogramma van Bredesen, waarin al de nodige kanttekeningen werden geplaatst bij de validiteit van het onderzoek, de haalbaarheid van het programma voor patiënten en het beperkte te verwachten effect.

Het betreft dus geen recente doorbraak, noch een resultaat dat, gezien de vele vragen die bij de uitvoering gesteld kunnen worden, op korte termijn een positieve invloed lijkt te gaan hebben op de levens van patiënten met de ziekte van Alzheimer.

BRON: wddty, 27-1-2024, doktermedia.nl

Protest tegen Zilveren Kruis

Zilveren Kruis Achmea maakte vorig jaar flinke winst met hun zorgverzekeringen. Ondertussen zijn de zorgpremies gestegen en moet het allemaal goedkoper, efficiënter en winstgevender in plaats van beter en menselijker. Zilveren Kruis Achmea is ook verantwoordelijk voor het besluit om de acute verloskunde en de spoedeisende hulp te sluiten in het Gelre ziekenhuis in Zutphen.
 
Het Nationaal Zorgfonds steunde daarom vandaag de actievoerders bij het hoofdkantoor van Zilveren Kruis Achmea in Leiden. Zij willen dat de afbraak van de ziekenhuizen wordt teruggedraaid en dat er een Nationaal Zorgfonds komt. Uit de antwoorden van de woordvoerder van de verzekeraar tijdens de actie werd al duidelijk: Zilveren Kruis Achmea gaat de afbraak niet stoppen. Een Nationaal Zorgfonds zien ze ook niet zitten.
 
Een aantal mensen vertelde indrukwekkende verhalen over hoe dit zorgstelsel hen direct raakt. Een vader wiens dochter elk moment kon bevallen, terwijl de verloskunde afdeling van het ziekenhuis net was gesloten. Mensen die zich zorgen maken over het verdwijnen van de spoedeisende hulp dichtbij.
 
Het is tijd dat er een Nationaal Zorgfonds komt, zodat deze afbraak stopt. Op 22 juni is er een debat in de Tweede Kamer over de ziekenhuizen. De actievoerders roepen samen met de SP op om daar naartoe te komen. Als je daar ook bij wilt zijn dan kun je je via deze link inschrijven. Dat is belangrijk, want samen laten we zien dat een Nationaal Zorgfonds harder nodig is dan ooit.   Met vriendelijke groet,

Nationaal ZorgFonds

RVS: Toekomst eerste lijn ligt niet in marktwerking, maar in vaste teams

De zorg in de eerste lijn moet snel veranderen, anders verliezen burgers het vertrouwen in de zorg. Er is nu actie nodig, schrijft de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving in het advies ‘De basis op orde’.

Als een van de weinige overheidssectoren geniet de eerstelijnszorg – waaronder huisartsen, wijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten en apothekers – nog veel vertrouwen van burgers. Ook dat vertrouwen dreigt af te brokkelen, zodat er snel vergaande hervormingen nodig zijn in deze basiszorg, schrijft de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in het rapport ‘De basis op orde’. Op vier manieren kan de eerstelijnszorg richting 2030 veranderen:

1 Erken cruciale waarde van eerstelijnszorg: zorg voor structurele financiering.

Huisartsen, wijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten lossen maar liefst 90 procent van alle gezondheidsvragen op. En dat tegen 4 procent van het volledige zorgbudget.

En toch, zegt Bussemaker, gaan de discussies over de eerstelijnszorg tot haar verbazing vaak over vragen als: hoe krijgen we nòg meer ziekenhuiszorg bij de huisarts ? Hoeveel praktijkondersteuners mag een praktijk eigenlijk inzetten ? En stijgen de kosten niet te veel als een wijkverpleegkundige de zorgvraag van een oudere in kaart breng ?

2 Gebruik functies en waarden als startpunt: stop met marktwerking

De negatieve gevolgen van de marktwerking in de wijkverpleging zijn enorm, stelt het rapport. Tussen 2016 en 2021 steeg het aantal aanbieders nog van 1.000 naar 1.400. In sommige wijken in Den Haag zijn bijvoorbeeld meer dan 170 organisaties actief. Dat maakt samenwerking vrijwel onmogelijk en ook is de marktwerking vaak niet efficiënt.

3 Werk wijkgericht met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen: werk samen in generalistische teams

De RVS pleit voor een terugkeer naar een ‘klein hecht multidisciplinair team’ dat de gezondheid van de inwoners van de wijk volgt. Schaalvergroting in de eerstelijnszorg alleen voor zaken als digitalisering, administratie en onderhandelingen met zorgverzekeraars. De zorg zelf moet laagdrempelig en herkenbaar blijven. Patiënten moeten weten bij welke zorgverleners ze terechtkunnen, zorgverleners kennen op hun beurt de patiënten en elkaar. Grote ketens die praktijken opkopen met private investeerders, om ze vervolgens te bemensen met steeds wisselende zzp’ers moeten geweerd worden.

4 Benut de kracht van de samenleving: laat burgers meer zelf doen

De mensen willen graag zelf de regie houden over hun kwaliteit van leven, dus laat ze meedoen, zoals via vrijwilligerswerk in de buurt en actief meedoen in zorgcoöperaties, om zorg voor elkaar te regelen. ‘Dit moeten we niet doen omdat het financieel zo lekker uitkomt. ’, aldus Jet Bussemaker, voorzitter van de RVS, bij de presentatie van het rapport.

Dus hierbij ‘een enorme waarschuwing’ van RVS. ‘De Overheid en zorgverzekeraarsmoeten niet denken in termen van financiële resultaten op korte termijn, maar vasthouden aan wat de kern is. En dat is de grote maatschappelijke waarde die goede eerstelijnszorg heeft’.

BRON: RVS

Vertrouwen in fysiotherapeuten ook in 2022 hoog

Uit de tweejaarlijkse barometer ’Vertrouwen in de gezondheidszorg’ van het Nivel blijkt dat burgers groot vertrouwen hebben in beroepsgroepen en instellingen in de zorg. Huisartsen, medisch specialisten en verpleegkundigen scoren het hoogst, fysiotherapeuten volgen hen op de voet. Wat opvalt is dat de zorgverzekeraars al jaren erg slecht scoren en in 2022 nòg minder worden gewaardeerd.

De gegevens waarop het Nivel deze resultaten baseert, komen uit het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het Nivel dat bestaat uit 11.500 personen van 18 jaar en ouder.

BRON: Hulst, F.J.P. van der, Brabers, A.E.M. en Jong, J.D. de. Barometer Vertrouwen in de Gezondheidszorg. Utrecht: Nivel. //www.nivel.nl/consumentenpanel-gezondheidszorg/resultaten-vertrouwen , 22-03-2023

Rechtbank verplicht zorgverzekeraar reële tarieven te betalen

De Rechtbank Den Haag heeft eind maart 2023 geoordeeld dat een zorgverzekeraar ‘reële tarieven’ moet bieden aan een zorgaanbieder. De rechter verplicht de zorgverzekeraar een hoger indexatiepercentage te hanteren dan wat is aangeboden.

Indien Zilveren Kruis geen reëel tarief zou bieden voor de zorg die zij contracteert, handelt zij naar het oordeel van de voorzieningenrechter rechtstreeks in strijd met de gerechtvaardigde belangen van de zorgaanbieder en haar cliënten, die tevens hun verzekerden zijn. Zonder reëel tarief stelt zij de zorgaanbieder – hun langdurige contractspartner, die afhankelijk van hen is, net als Zilveren kruis afhankelijk is van haar – niet in staat om de gevraagde diensten te leveren met de vereiste kwaliteit en om te voldoen aan de afspraken die zijn gemaakt in het Integraal Zorg Akkoord (IZA).

Ook kraakt de rechter de toegepaste indexering over 2023. Zilveren kruis heeft wel een indexering voor 2023 aangeboden, maar niet een inhaalcorrectie voor 2022 in de tarieven verwerkt. Dat vindt de rechter onjuist. Er is sprake van een uitzonderlijke situatie van forse prijsstijgingen. Bovendien staat in het Integraal Zorgakkoord (IZA, zie p. 103-104) de afspraak dat zorgverzekeraars de OVA (indexatie van loonkosten) volledig, zonder korting, zullen door vertalen in de prijzen en contracten. De rechter verplicht Zilveren Kruis daarom de overeenkomst voor 2023 aan te passen.

De tarieven die de afgelopen jaren werden geboden waren nauwelijks onderbouwd; voor veel zorgaanbieders waren de tarieven net genoeg om van te overleven, maar onvoldoende om te kunnen investeren of innoveren. Dat staat haaks op de zorgplicht van die zorgverzekeraars: de juridische verplichting om de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg te waarborgen.

BRON: AKD

Trainingsprogramma van 6 weken helpt long-Covid patiënten er weer bovenop

Een recente studie laat zien, dat een trainingsprogramma mensen kan helpen de symptomen van lange Covid binnen slechts zes weken te overwinnen.

Het programma — oplopend van lichte intensiteit tot zware trainingen — helpt long-Covid-patiënten minder ‘ hersenmist ’ en minder vermoeidheidscrashes gedurende de dag te hebben.

Het is getest bij 31 mensen die al ongeveer 17 maanden last hadden van long-Covid, die typische symptomen hadden zoals vermoeidheid, hersenmist en kortademigheid, en die ongeveer drie ‘crashes’ per week hadden toen ze uitgeput bleven na het uitvoeren van zelfs eenvoudige mentale of fysieke taken.

Na het voltooien van het programma van zes weken hadden de deelnemers slechts één uitputting ‘crash’ per week, en ze voelden zich mentaal alerter en konden actiever zijn en meldden een betere levenskwaliteit te hebben.

Het programma heeft zes fasen die in intensiteit toenemen. Week één is rust of zeer lichte oefening; week twee omvat zeer lichte tot matige lichaamsbeweging en de oefeningen worden de komende vier weken strenger, met week zes gecategoriseerd als extreem zware en maximale inspanning.

Clinici van de Universiteit van Leeds volgden de voortgang van de deelnemers, die te horen kregen dat ze zich nooit moesten inspannen, maar binnen hun tolerantieniveau moesten blijven. Elk van hen werd aan het eind van de week beoordeeld om te zien of ze naar het volgende niveau konden gaan.

Het is ontwikkeld door Manoj Sivan van de medische school van de universiteit namens de Wereldgezondheidsorganisatie om mensen te helpen long-Covid te overwinnen en kan miljoenen mensen helpen.

BRON: Journal of Medical Virology, 2022; 94: 1419-27